Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 29 juni 2025
Haar lief te hebben, werd mij tot een plicht, Toen ik haar ’t eerst en lang had aangeschouwd, Elke ademtocht was slechts aan háar gericht, Zij scheen me éen enkel wezen, duizendvoud: Zij was, veelvuldig mededoogend, éen: Een klaar verstand streek over diep gevoel, Gelijk een vlotte beek langs bloemen heen; Zij, waardig duizend zielen aan te biên, Worde aan den waardigste ten levensdoel!
Die los mij van mij zelven deê, diens woonsteê wilde ik weten; diens hulpe hiete ik duizendvoud mij wilkom, onvermeten! Wat is 't nu, dat mij tegenhoudt? o God, dat wilde ik weten!
O! en dan te bedenken, dat 't lot mij eens dat gruwelijke onrecht, dat polygamie heet, in de hand zou laten werken.... "Ik wil niet!" krijt de mond heftig, en 't hart echoot dien kreet duizendvoud.... Maar ach ... willen! hebben wij menschen wel een wil? Wij moeten, moeten van af onzen eersten levenskreet tot aan onzen laatsten ademtocht! Leven, hoe vol raadselen en geheimenissen zijt ge!
Ze waren vervoerd, zwevend in 't onmetelijk geluchte, waar duizendvoud ringelde 't beweeglijk gesternte. Ze hadden geen verlangen. Ze beleefden in trage stonden de gebeurende voldoening van al hunne lusten. Hij omarmde haar, smeekend: Verwijder u niet.... Ze stotterde, nauw hoorbaar, haar hals uitlengend en pinkend met hare wimpers: Ik ... ikke ... ikke....
Ik zou zeer zeker duizendvoud liever midden op de rivier geweest zijn, op eenige saamgebonden balken, dan onder het dak dier woning, die in ging storten. Maar waar men de noodige balken krijgen?
Ik spreek over de cholera die hier heerst, die ongebreideld heerst, en die, zonder onderscheid van stand of gezindheid, in duizendvoud haar slachtoffers velt. Men had die pestilentie nogal zorgeloos tegemoet gezien, temeer daar vanuit Londen het bericht gekomen was, dat er naar verhouding maar weinigen weggerukt waren. Eerst was het zelfs een beetje "in" om met de ziekte te spotten.
Heel is hij gewelkerd al en duizendvoud van verwen, langzaam afgesleten guldengoud. Dag en schijnt erop noch noensche zonneglans: 't is vochtig en de hemelkomme is duister gansch. Doch, ik zie mij, zonnewijs in 't nedergaan, die najaarsche, ei, die bolgekruinde linde staan. Ringsom rijzen hooge en groote zwart en zwaar getakte boomen, naast die lieve linde daar.
De uitstallingen der vreemde kooplieden langs den weg, gaven aan de avenue het voorkomen van een kermis met haar duizendvoud geschreeuw en geraas. Voorts zag men er volksredenaars, voorlezers, liedjeszangers, photografen, hansworsten, die niet zeer vleiend waren voor de gezaghebbende mandarijnen; ieder van hen bracht het zijne toe in het algemeen gedruisch.
En zij wervlen Over elkaar in duizendvoud bewegen, Op duizenden onzichtbare assen wentlend; En met de kracht van snelheid die zichzelf Tegenstreeft, rollen zij, geweldig, langzaam, En statig; zij ontsteken met een mengling Van klank en meengen toon verstaanbre woorden En wilde melodie.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek