Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 24 mei 2025


Staats-res. 320, 539, 540; Charterb. V 503; Teg. Staat, III 593 env.; BLAUPOT TEN CATE, Geschiedenis der Doopsgezinden in Friesland, 165. Vergraving van de lage Veenen.

Legden de Hervormden er zich op toe, om bij de beschouwing van den weg der zaligheid alles alléén aan God toe te schrijven, terwijl de mensch in zijne geheele bedorvenheid daartoe niets kon bijbrengen, en bij de genoegzaamheid der plaatsvervangende gehoorzaamheid van Christus ook niet behoefde; de Doopsgezinden moesten afkeerig zijn van zulk eene voorstelling, in welke zij geene drangredenen tot eenen christelijken wandel konden vinden en die eigene werkzaamheid en spanning van zedelijke krachten onnoodig maakte.

Ofschoon enkele doopsgezinde gemeenten aldaar, onder anderen te Krefeld, Kleef en Emmerik zich nog tot in deze eeu, gedeeltelik nog tot heden toe konden staande houden in naue aansluiting aan de nederlandsche Doopsgezinden, zoo waren toch vele leden dier gemeenten genoodzaakt hun land te verlaten.

Zóó waren en bleven de Doopsgezinden, zoolang zij zich buiten de wereld hielden. Hierna zullen wij gelegenheid vinden hunne latere lotgevallen en veranderingen, door het verkeer met en in de wereld, te vermelden .

Doch de Doopsgezinden behielden dien doop niet, en daardoor verviel mede hunne betrekking tot de oude Kerk, welke zij verlieten met opoffering van alle aanspraken op gebouwen en goederen. Bepaalden de geleerde Hervormers zich bijzonder tot de leer, de Doopsgezinden stelden zich het leven ten hoofddoel.

Wel ergerde dit de Hervormde predikanten, doch deze bescherming van de aanzienlijksten des lands schrikte hen af, verder iets tegen de Doopsgezinden te ondernemen . Wij vermelden dit minder ter eere van STINSTRA, als wel om te bewijzen, dat er in het midden der 18e eeuw bij vele aanzienlijke Friezen niet alleen godsdienstzin bestond, maar ook eene zucht naar meer vrijzinnige en evangelische begrippen, en tot verbreking van de banden, met welke de Kerk, nog altijd gesteund door het Staatsgezag, de leer immer binnen de zelfde enge grenzen wilde beperkt hebben.

In 1536 verliet hij het pausdom en zijne pastorie met al de daaraan verbondene voordeelen, en voegde zich, in het uitzigt op armoede en verdrukking, bij de overige, rustig geblevene, doch toen strenger vervolgde Doopsgezinden. Van nu af aan predikte hij alléén het evangelie, van alle menschelijke instellingen ontdaan, tot ware boete op den smallen weg, dien hij zelf vrijwillig gekozen had.

Uit de kerkordening der Dordsche Synode van 1578 en uit de merkwaardige twistreden, in 1596 te Leeuwarden door den Hervormden predikant RUARDUS ACRONIUS en den Doopsgezinden leeraar PETER VAN CEULEN in 156 zittingen gehouden, blijkt echter, dat er in de toenmalige leerstukken der Hervormden nog sporen der vroeger genoemde Nederlandsche beginselen waren overgebleven.

Beginselen der Kerkhervorming; Geloofsvervolgingen; de Doopsgezinden. De geschiedenis der ~volken~ staat dáárin gelijk met de geschiedenis van ieder ~persoon~, dat allen bestemd zijn, om uit den staat van onkunde en onbeschaafdheid op te klimmen tot kennis, bekwaamheid en volmaking.

Allen, die blijken gaven van de Roomsche kerk af te vallen of ongenegen te zijn, werden vervolgens beschuldigd of verdacht, met die Wederdoopers overeen te stemmen; het allermeest de Doopsgezinden, die hun christelijk geloof in eenvoudigheid en stille afzondering wenschten te belijden.

Woord Van De Dag

vastwerkt

Anderen Op Zoek