Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 24 juni 2025
Leeghwater behoorde tot het Kerkgenootschap der Doopsgezinden, hetwelk destijds zeer talrijk in de Rijp en andere Noord-Hollandsche plaatsen was. Dat hij een Godvruchtig man was en 's menschen afhankelijkheid van den wil des Allerhoogsten diep gevoelde, bewijzen zijne schriften.
Het zij mij vergund, aan het einde van dit overzigt meer bijzonder stil te staan bij de kerkgemeenschap der Doopsgezinden, welke zich te midden dier beroeringen in deze landen vertoonde en uitbreidde.
S. K. Sybrandi, Rustend Leeraar bij de Doopsgezinden te Haarlem. H. R. Tacoma, Landbouwer te Pingjum. S. Talsma, Onderwijzer te Roordahuizum. W. Talsma, te Oenkerk. T. Telenga, Boekhandelaar te Franeker. 20 ex. Mr. A. Telting, Kantonregter te Franeker. J. G. van Terveen en Zn., Boekhandelaars te Utrecht. Mr. S. van Teijens, Grietman van Opsterland en Lid der Staten van Friesland te Beetsterzwaag.
Daarop besloot deze synode in de uitspraak der Groninger broederschap te berusten, »met kommer en noodshalve« en onder zekere voorwaarden. »Zooveel had het in«, roept De Hoop Scheffer uit, die ons deze geschiedenis heeft verteld, »om in Groningen onder de Vlaamsche doopsgezinden zijn achternichtje te trouwen!« Laat ons hopen dat Christoffel en Antje gelukkig zijn geweest.
Dat blok huizen begrensd door de Muscadelsteeg, de Lokhorststraat, het Pieterskerkhof en de Pieterskerkstraat, in welke laatste de kerk der Doopsgezinden zich bevindt, droeg in vervlogen eeuwen den naam van het huis Te Lockhorst en vernam de eerste levenskreten van den Hollandschen Graaf en Roomsch Koning WILLEM II. Zoo dit u belangstelling inboezemt, hoezeer zal die niet worden verhoogd door te weten dat ook een andere Hollandsche Graaf hier het eerste levenslicht aanschouwde, wiens naam met liefde door het nageslacht wordt genoemd; en wel FLORIS V, der Keerlen God, zooals hij knarsetandend geheeten werd door de ontevredene edelen des lands, wier macht hij fnuikte, waar die misbruikt werd tot knevelarij der onderzaten, en wier haat de hand van Velzens Heer wapende met het vorstenmoordend staal.
Ook na MENNO'S overlijden nam deze gezindte, in weerwil der vervolgingen, hier en elders sterk toe, en zetten mede vele uit Braband en Vlaanderen gevlugte Doopsgezinden zich in dit gewest neder.
Schoon de Doopsgezinden geene kenmerkende leerstellingen hadden aangenomen, maar, zich enkel aan de Heilige Schrift vasthoudende, aan ieder hunner leden vrijheid van denkwijze lieten, en zich bijzonder door hun ijver voor het christelijk leven onderscheidden, bleef de eenheid van leer beter onder hen bewaard.
Vandaar, dat bij de eersten de beginselen van een lijdelijk Christendom en bij de laatsten van eene werkdadige Godsdienst meer werden ontwikkeld, tot een onderscheidend kenmerk van elke gezindte. Maar juist der Doopsgezinden ijver voor het christelijk leven bragt hen op den weg van onderlinge verdeeldheid en scheuring.
En evenwel, hoe gunstig Prins WILLEM van Oranje ook jegens de Doopsgezinden in het algemeen gezind was, werd bij zijne provisioneele Ordonnantie op het stuk van justitie, politie, kerk en krijgshandeling, in 1581 te Harlingen uitgevaardigd, bepaald, dat geene andere dan de Gereformeerde religie in deze provincie zou mogen worden uitgeoefend .
Verkreeg de leer der Hervormers een wetenschappelijken vorm en hadden zij met gezag bekleede geloofsbelijdenissen noodig; de Doopsgezinden hadden genoeg aan het evangelie, waarin zij het oorspronkelijk Christendom vonden met zijne verheffende leer, heiligen wandel en slechts twee instellingen: doop en avondmaal.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek