Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 2 juni 2025


En ook in Friesland, waar hy wel aan den naam van het friesche dorp Beets, in Opsterland, zal ontleend zijn. Ter-Aa of Nieuwer-ter-Aa voluit, is een dorpke in het gewest van Utrecht. Voegt men deze twee namen samen, gelijk veelal by misverstand gebeurt, als Trakranen, dan schijnt de beteekenis nog duisterder.

Lang bleven de noordelijke, in de nabijheid der zee gelegene, landen zoo laag en moerassig, dat de Friezen met hun vee ze enkel des zomers konden bewonen. Zij waren alzoo verpligt in het najaar de hooger gelegene, min vruchtbare, doch veiliger zandstreken en wouden van Gaasterland, Opsterland, de Stellingwerven en Drenthe op te zoeken, ten einde daar te overwinteren.

S. O. Roosjen te Hindeloopen. H. J. Royaards, Hoogleeraar te Utrecht. T. J. Rudolphi, Lid van den Raad en Landbouwer te Jutrijp. Joh. W. Ruitinga, Apotheker te Harlingen. J. de Ruijter, Boekhandelaar te Amsterdam. E. P. Rijpma, Landbouwer te Ooster-Nijkerk. Mr. L. R. Salverda, Secretaris van Opsterland te Beetsterzwaag.

Staats-res. 552. Eene dergelijke groote verandering, ten gevolge van het graven van eene Veenvaart ten behoeve van het afsteken van het hoogveen, onderging ook het oostelijk gedeelte der grietenijen Smallingerland en Opsterland; en de eerst onbeduidende dorpjes Noorder-en-Zuider-Dragten hadden daaraan hunne opkomst en uitbreiding tot een aanzienlijk vlek te danken.

Het derde Zeeland, tusschen de ~Middelzee~ en de ~Lauwers~, maakte een groot deel der oostelijke helft dezer provincie, of het landschap Oostergoo met Opsterland, Utingeradeel, Haskerland en Ængwirden uit.

Er zijn intusschen voorbeelden, dat dergelijke koloniën, zonder eenige blijkbare oorzaak, plotseling verhuizen en spoorloos verdwijnen." "Eenige jaren geleden," schreef Mr. H. Albarda in 1884, "is deze Vogel ingevoerd in Opsterland, Schoterland en Ooststellingwerf, waar hij thans geheel in het wild leeft en voortteelt. Vooral in eerstgenoemde gemeente is hij zeer menigvuldig.

Otto Keer, Assuradeur te Amsterdam. Mr. J. M. de Kempenaer, Advokaat te Arnhem. Jhr. Mr. J. de Bosch Kemper, Advokaat-Gener. bij 't Geregtshof te Amsterdam. C. J. Kingma, Koopman te Leer. g. p. I. Klein, Onderwijzer te Nijmegen. C. C. Knoll, te Amsterdam. A. T. Knoop, 1e Luit. bij het 1e Regiment Vesting-Artillerie te Grave. C. Koopmans, Ontvanger van Opsterland, te Beetsterzwaag.

Toen nu in 1704 AUGUSTINUS LYCKLAMA À NIJEHOLT, sedert 1693 Grietman van Opsterland, de voornaamste eigenaar was der veenvaarten van Gorredijk, Terwispel, Kortezwaag en Lippenhuizen, verzocht en verkreeg hij met zijne compagnons van de Staten verlof, om de vaart van Lippenhuizen verder oostwaarts dwars door de hooge veenen te mogen graven en opleggen.

S. K. Sybrandi, Rustend Leeraar bij de Doopsgezinden te Haarlem. H. R. Tacoma, Landbouwer te Pingjum. S. Talsma, Onderwijzer te Roordahuizum. W. Talsma, te Oenkerk. T. Telenga, Boekhandelaar te Franeker. 20 ex. Mr. A. Telting, Kantonregter te Franeker. J. G. van Terveen en Zn., Boekhandelaars te Utrecht. Mr. S. van Teijens, Grietman van Opsterland en Lid der Staten van Friesland te Beetsterzwaag.

In het westelijk gedeelte dier zelfde grietenij Opsterland waren JUW DEKAMA en anderen reeds vóór 1580 begonnen onder Korte- en Langezwaag te verveenen, waartoe de Jonkerssloot en de Nieuwesloot werden gegraven, toen in 1645 de Heeren CRACK, OENEMA, FOCKENS en TEIJENS eene belangrijke overeenkomst slooten tot het graven van vaarten en het ontginnen van de veenen in dat oord.

Woord Van De Dag

phylarchos

Anderen Op Zoek