Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 16 juni 2025


Maar men lette nu ook op de dichters van het verre Oosten en legde opnieuw de hand op den ouden, bekenden Bijbel, maar om daar het menschelijke te bestudeeren, als een product van dezelfde dichterlijke geestdrift, die ook elders werkzaam geweest was.

Zoo wij dus onzen poëet hier betrappen op eene verregaande dichterlijke onnauwkeurigheid over het geheel kunnen wij hem nageven dat hij flink uit de oogen had gekeken, en dat zijne gevleugelde beschrijving van het meisje in menig opzicht der werkelijkheid getrouw was.

Dat WILLEM VAN UTENHOVE "een priester van goeden love" was en dat de dichter van den Reinaert eveneens WILLEM heette? Kennen wij die mannen nu? Van vele andere dichterlijke werken zijn zelfs de namen der bewerkers ons onbekend.

Hij heeft reeds vroeger de boeteklok in mijn ziel doen klinken. Hij heeft Zijn Middelaarsliefde aan mij geopenbaard, Hij heeft mij laten zien, waarom ik moet lijden. Waarom ik moet lijden? O, laat ik 't u zeggen met de dichterlijke woorden van Carolina Rhiem, die ik afschrijf uit het traktaatje, waarvan ik reeds een vorig maal melding maakte.

Hij met zijn waanzin, om alles onder wetenschappelijke formules te willen brengen, zij met haar droombeelden, die haar slechts in een denkbeeldige wereld lieten verwijlen en haar de oorzaken en gevolgen deden minachten, om zich slechts aan haar dichterlijke indrukken te kunnen overgeven.

Het had niets overgenomen van de letterkundige methoden van het Provençaalsch of Catalonisch, echter wel van den geest en den uitwendigen vorm daarvan. Toen het hoffelijke en eenigszins schoolsche dichterlijke systeem van de Troubadours in aanraking kwam met het ernstige en krachtige Castiliaansch, was het niet in staat, lang weerstand te bieden aan dezen invloed.

Vele hunner lessen van wijsheid zijn een Uilenspiegel of een Esopus, ja zelfs een Sokrates niet onwaardig. Verscheidene hunner dichterlijke beelden en uitdrukkingen zijn zoo treffend en dichterlijk, dat geen Ovidius of Tibullus zich hun gebruik had behoeven te schamen.

In de woestijnen leefden, evenals in onzen tijd, de #Bedoeïnen#, rondzwervende herders, die dikwijls van roof leefden en wier eenige rijkdom in paarden en kameelen bestond. Over 't geheel waren en zijn de Arabieren een volk met dichterlijke gaven, met een levendig en diep gevoel. Praatziek zijn ze niet, maar toch kunnen ze hunne meening op eene welsprekende wijze te kennen geven.

Want even als de zee heeft de Ganges zijn deining, zijne cyclonen, vreeselijker dan de orkanen van den Europeeschen stroom! Als een slang ontrolt hij zich in de meest dichterlijke streken der wereld! Ook hij stroomt van het westen naar het oosten! Doch aan geen onaanzienlijke heuvelreeks ontleent hij zijn oorsprong!

De ontroering roept later in haar het gevoel voor poëzie wakker en ze heeft den goeden smaak slechts enkele sobere woorden uit Alberts vers aan te halen: ware poëzie kan al dien rhetorischen omhaal missen. M. staat blijkbaar sceptisch tegenover zijn eigen dichterlijke proeve!

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek