Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 29 juni 2025


Ik had onderwijl een paar studies geschreven: de eerste was over het oorzaak-begrip, en met de tweede was ik in de gewenschte lijn gekomen: zij was getiteld: "De norm der Waarheid is in ons zelf". De geestelijke waarde werd daarin vastgesteld als een eigenschap van eigen subjectiviteit. Daardoor krijgen de denker zoowel als de artiest het recht tot zelf-openbaring.

Hoewel hij nooit beren temde door ze toe te spreken, of luisterde naar de begroetingen van rivieren, bewijzen toch die verhalen, dat hij als een merkwaardig man door al zijn tijdgenooten werd beschouwd. Hij was dan ook inderdaad een diep denker en was zeer geleerd in de wiskunde.

Doch indien men veel weet, men weet niet alles, en de proefondervindelijke wetenschappen hebben hare grenzen, zij kan de belangrijke vraag omtrent het bestaan der Godheid en de onsterfelijkheid der ziel niet oplossen, en zeker niet in ontkennenden zin. Het is de plicht van iederen denker, die de waarheid liefheeft, vrijmoedig te zeggen wat hij weet.

Men kan niet verwachten dat de man van de wetenschap, de hoogontwikkelde denker, tevreden zal blijven met de enge en ruwe opvattingen, welke voor den onwetende niet slechts voldoende zijn, maar die voor hem veel meer geschikt zijn dan de verklaringen van den verheven wijsgeer.

Doch de dichter die deze synthese voltrekt, die zijn persoonlijk gevoel omzet tot begrip-voor-allen, of tot wat het best nog ware te noemen: Levensinzicht, Wijsheid; deze dichter moet een denker zijn voor wien ook nog een andere bij de menigte gangbare en geliefde schijntegenstelling, die van "gevoel" en "verstand", een inhoudlooze frase is geworden.

Hij was vuil, veracht, afzichtelijk en trotsch, leelijk voor het oog van den burger, treurig voor het oog van den denker. Hij had iets van vuilnis, 't welk men wil wegruimen; iets van een majesteit, welke men gaat onthoofden. Maar des nachts, zooals wij gezegd hebben, veranderde het gezicht. De nacht is de geschiktste tijd om schaduwen te zien.

Een schilder zou partij hebben weten te trekken van dit eenvoudig, maar zuiver menschelijk tooneel; zou hier met een toets en ginds met eene lijn het alledaagsche daarin ongemeen gemaakt of aan het platte relief gegeven hebben. Doch Stephenson, die geen schilder was, was ook geen denker.

Men moet daarbij in 't oog houden, natuurlijk, dat hij minder een artist was en eerder een wetenschappelijk denker en literator. Maar dan vindt men ook bij hem wederom de trillende nervositeit tegelijk met het omvattend verstand.

't Komiekste is dat V.L. zelf, hier hofmakende aan 't bekrompenst bygeloof, dikwyls met de bybelsche vertellingen den spot dreef. Hy hield van Voltaire meer dan ik, en was zeer in z'n schik als men hem zeide dat-i op dien oppervlakkigen denker geleek, wat in z'n laatste levensjaren werkelyk 't geval was. Z'n orthodoxe vriendjes te Amsterdam mochten niet gekrenkt worden in hun keukenmeidengeloof.

Aan de philosophische wetenschappen hebben zij mannen als Spinoza, de groote denker van Amsterdam, en Mendelsohn, de welwillende, zoo vast van karakter zijnde philosoof van Berlijn, gegeven, wier onsterfelijke namen naast die van een Des Cartes en Kant genoemd worden.

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek