Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 juli 2025
Aan den oever, op het wijde, zonnevonkende water, lagen de zwartgeschilderde gondels gemeerd; dichtopéén dobberden zij op de door het af en aanvaren der barken ontstane deining.
Dit schetsje symboliseert hem: Op een achtergrond van vastgemeerde booten en een golvende deining, waar de wolken zich in spiegelen, laat Frans, liggend op den achtersteven van zijn boot, zich zachtjes wiegelen als een kindje, wachtend, tot men hem manden brengt, om de zilverkleurige visch in te bergen, die schittert in het ruim van zijn schuit.... Met de handen in zijn zakken, de pijp in den mond, rust hij daar uitstekend, en men weet niet vooruit, wanneer die zoete kalmte een eind zal nemen.
Het was zes uur; het weer was mistig, de zee grauw, maar kalm, bijna geen deining. Zou de kapitein, dien ik daar hoopte te ontmoeten, komen? Ik zag slechts den stuurman in zijne glazen kooi. Ik ging zitten op de kiel der sloep, welke eenigszins uitstak, en ademde met wellust de heerlijke zeelucht in. Langzamerhand trok de mist op door de werking der zonnestralen.
Het nietig dorpje, met zijn spits kerktorentje, dat daar vlak onder lag, was als een nestje van geluk en poëzie; de oude, grijze molen stond met naakt-gekruiste wieken in zijn eenzaamheid te droomen en heel in het verschiet, heel licht en nauwelijks zichtbaar boven de eindelooze, dichte deining van de donkere boomenkruinen heen, verrezen de hooge torens van de verre stad, ijl als lichtbakens over de wijde uitgestrektheid van een zee.
Vergeet je den veel liever Minnaar dan die nooit en nergens ons verlaten kan? Op de heuvelen. 'k Zag der bewoude heuvlen donkre deining, en de akkerkleeden, groen en geel geblokt, ik zag der wolken blindende verschijning, in 't welvend blauw teer-zilv'rig uitgevlokt,
Van den Jebel zag men nog slechts aan den westelijken horizon de flauwe omtrekken. Hier en daar lagen enkele groote bazaltsteenen, als voorposten, om de vijandige machten in bedwang te houden. Zand, niets dan zand was wat het oog ontwaarde, somtijds effen als aan het strand der zee, dan in heuveltjes opgehoopt, hier als gekuifde golven, daar als zachte deining.
Bij het vallen van den nacht kwam er een zware zee opzetten uit het westen. De barometer was gedaald tot 29·50. Wind was er niet en steeds werd die onheilspellende deining heviger. Weldra slingerde de Pyreneeën als waanzinnig op de geweldige golven die in oneindige opvolging kwamen aanrollen uit de duisternis.
De steile rots tart met haar kruin de zon, En, met haar voet, peilt zij het grondelooze, Het vale diep, waar plomp noch water-roze Ooit in de deining wortel schieten kon. Ik zie, hoe op de rots de felle bron Een baar te bersten jaagt, en zonder poozen Zich-zelf verzwelgen laat, wanneer de booze, Verwoede wind de worsteling begon.
Deze zee heeft in den herfst veel deining; zij breekt met zooveel kracht, dat Kamschatka er tot op zijn grondslagen van trilt. De dagen zijn grauw en de nachten zwart. Gedurende dien tijd rommelen de vulkanen en braken vlammen en asch. O, wat een helsch schouwspel! en wat is een eerlijk man in een benarden toestand te midden van den tweespalt der toornige elementen!"
Ik keek in die richting en daar zag ik inderdaad het lichaam van Quid terug, in zijn kooi gepakt, rechtstandig, met hoofd en schouders er buiten, zachtkens in het water op en neer gaande, bewogen door een lichte uit zee opgekomen deining, die mede het hoofd scheen in beweging te brengen; het maanlicht bescheen zelfs het onder water stekende gedeelte van het lichaam.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek