Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 28 juni 2025


Gaar zijnde, wordt hij op een gewarmden schotel gelegd, met de volgende saus er over: 10 eijerdoijers, geklutst met ruim 6 m. goeden bouillon, en dooreengeroerd met een lepel meel die in gesmolten boter is fijn gemaakt; dit alles roert men tot het kookt, voegt er dan champignons volgens A, No. 12 bij, benevens wat citroensap. Gefarceerde snoek.

Men roostert een paar sneden wittebrood, en giet daar kokend water op, waarin men het een oogenblik laat staan trekken. Dan schept men het nat er af, giet het door een zeefje, en voegt er, voor den smaak, wat rooden- of rhijnwijn, ook wel citroensap of suiker bij. Lait de poule voor zieken.

Na de sla van de buitenste en van de stugge bladeren ontdaan en de malsche bladeren wat geplukt te hebben, wascht men ze herhaaldelijk en slaat ze dan uit in een slaëmmer of slamandje. Na de bieten te hebben bereid volgens R. 198 snijdt men ze aan dunne schijfjes, mengt er wat fijngehakte peterselie door en maakt de sla aan met slaolie, citroensap en een weinig soja. Molsla.

Vervolgens laat men de soep nog twee uur op een zacht vuur koken of, liever nog, zet men de soep in een goed verhitten oven. Koud of warm op te dienen. Appelsoep. Men kookt moesappelen volgens R. 272 of 273, maar zet ze ruimer op. Als de appelen door de zeef zijn gewreven, lengt men ze aan met heet water, tot de gewenschte dikte. Men voegt er suiker en wat citroensap naar smaak aan toe.

Aal wordt aan vingerlange mooten gesneden; deze mooten regtop in een schoteltje gezet en gestoofd met boter, citroensap en gestooten beschuit. Op andere wijze wordt zij zelden gebruikt. Garnalen moeten levend met koud water en zout worden overgehangen en gaarkoken; dan roert men er in met een gloeijenden pook om ze rood te maken.

Kroten worden van de schil ontdaan, daarna vlug gewasschen, opdat er niet te veel sap zou wegvloeien en vervolgens in reepen of schijven gesneden, met weinig water en een weinig fijn gesneden uien op een zacht vuur gezet, totdat ze gaar zijn. Zoo noodig wordt de saus met wat in boter gefruite bloem of wat maizena gebonden, en veelal doet men wat citroensap in de saus.

Den jus, waarvan het vet afgenomen is, kan men, in plaats van ze met water geroerd over de ham te geven, ook vermengen met citroensap en het goed geklopte wit van 6 eijeren, dan even aan de kook laten komen en hem vervolgens door een doek laten loopen.

Nadat de gedroogde appelen goed zijn gewasschen met lauw water, worden ze den nacht over in zacht water te weeken gezet, zoo dat het water een paar vingers boven de vruchten staat. Den volgenden dag worden ze in het weekwater op een zacht vuur te stoven gezet, totdat zij week zijn. Van tijd tot tijd schudt men ze. Men voegt er suiker en een weinig citroensap naar smaak bij.

De appelen worden geraspt, en het daaruit geperste sap met de suiker in eene aarden pan gekookt, tot het eenigzins dik is; dan roert men er voorzigtig de eijeren, de boter en het citroensap door, neemt de pan af, en giet er dan arak bij. Men kan ook andere vruchtgelei gebruiken.

Na een aardappelpuree te hebben gemaakt volgens R. 172, maar in plaats van melk met heet water en een kluitje boter, hakt men overgebleven groenten fijn. Die groenten mogen niet met melk bereid zijn. Men roert boter en citroensap naar smaak door de fijngehakte groenten, die men uitspreidt over een laag aardappelpuree in een vuurvasten schotel en die men weer met een laag aardappelpuree dekt.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek