Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 27 mei 2025


Zij hadden bij het noemen van goud naar het Oosten gewezen, en den naam »Cibao« genoemd. Later bleek het, dat dit Cibao eene streek in het midden van hun eiland was, welke ten oosten van deze baai lag. Columbus echter bracht alles, wat hij hoorde of zag, in verband met de Indiën, en de namen van volken, landen en steden, welke genoemd werden in de reisbeschrijving van Marco Polo.

Vele dorpen trokken ze door, waarvan de inwoners eerst altijd op de vlucht gingen. Tegen den avond van den tweeden dag bereikten zij de noordelijke hellingen van de goudbergen van Cibao. Den volgenden morgen begonnen zij die te beklimmen langs donkere holle wegen en oneffen rotsen, waar de paarden niet dan met moeite bestuurd konden worden.

Dit land Cibao, of zooals hij dan dacht, Zipangu, wilde hij opzoeken, en daartoe verlieten de schepen weer de baai. Nauwelijks echter was men buiten, of de Stuurman van de »Santa-Maria«, die met de klippen en riffen van het vaarwater onbekend was, liet zijn schip op eene blinde klip loopen. Het zat muurvast, en tot overmaat van smart bleek het weldra, dat het ook gebroken was.

Een bijkomende zaak, die dit besluit vaster maakte, was, dat men hem gezegd had, dat de bergen van Cibao, die rijk aan goudmijnen waren, niet ver weg lagen. Groot was de vreugde op de schepen, dat men nu uit een lange gevangenschap verlost werd. Elk schip wierp het anker zoo dicht mogelijk bij het strand uit. Elke boot werd in beslag genomen en iedereen ging aan het werk.

Na de samenzwering verijdeld en de twee belhamels gevangen gezet te hebben, besloot Columbus om, nu hij weer van zijne ziekte hersteld was, zelf Cibao te gaan bezoeken. Hij stelde zijn' broeder Diego tot zijn' plaatsvervanger in het bevel over de stad aan en vertrok aan het hoofd van eene schitterende krijgsmacht van vierhonderd man het gebied van Caonabo binnen.

Na een' tocht van twee dagen, waarop men van de zijde der inboorlingen, na vrees, niets dan hartelijke gastvrijheid ontvangen had, kwam het leger in eene ruwe bergstreek. De natuur verloor hier hare Paradijsachtige schoonheid en werd steenachtig, wat geheel in overeenstemming was met den naam Cibao, die »steen« beteekent.

Zij richtten hun schreden naar de bergen van Cibao, die midden in 't land lagen. Daar regeerde Caonabo, een beroemd en ontwikkeld opperhoofd, over een oorlogzuchtigen stam. De snoodheden, die de Spanjaarden bedreven hadden, waren hem ter oore gekomen. Toen de waaghalzen op zijn gebied kwamen, viel hij hen aan, en bracht ze allen om het leven.

Het plan was meer dan gewaagd, doch De Hojeda wilde het ten uitvoer brengen, en zoo er één was, die het kon, dan was hij het. Columbus nam het voorstel aan; de keten werd gemaakt, en door slechts tien mannen, even groote waaghalzen als hij, vergezeld, trok hij Cibao binnen, verscheen voor Caonabo, kuste hem de hand en bood hem de rammelende, klinkende keten aan.

De inwoners ontvingen hen vriendelijk en onthaalden hen met de grootste gastvrijheid. Maar het bleek, dat men nog wel een geheele dagreis van de bergen van Cibao afwas. De oppervlakte van het land was golvend, en hier en daar waren holle wegen, rivieren, waarover geen bruggen lagen, en bosschen met zulk dik kreupelhout, dat men er zich alleen met bijlen een weg doorheen kon banen.

De Bevelhebber der vloot was Don Antonio De Torres, en deze kreeg voor de Monarchen een' brief mede, welke van het begin tot het einde, doch in vrij bloemrijken stijl, den waren toestand schetste. Hij drong er op aan, dat men hem zoo spoedig mogelijk werkvolk sturen zou, dat geschikt was om de rijke mijnen van Cibao te ontginnen. Paarden en werktuigen waren ook daarbij onmisbaar.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek