United States or Oman ? Vote for the TOP Country of the Week !


Met zulk een verlichting moest men Cauchon en zijnen mederechters nog niet aankomen, maar zelfs voor de ooren van Calvijn en Luther waren deze woorden nog niet geschikt, evenmin als voor allen voor wie in onze dagen begrippen als vroomheid en geloof nog niet te scheiden zijn van een Kerkgenootschap of Godsdienstige secte.

De geestelijken, doctoren en advocaten, die door de Engelschen en Bourgondiërs uit Parijs verjaagd waren, waarom hebben die geen van allen geprotesteerd? De Bisschop van Reims, die aan Jeanne zooveel te danken had, waarom is hij niet tusschenbeide gekomen door gebruik te maken van zijn recht om Cauchon, zijn wij-bisschop, tot de orde te roepen?

Een maand voor de kroning bevond hij zich nog in zijn volle, bisschoppelijke heerlijkheid te Reims, maar bij de nadering van het Fransche leger onder aanvoering van Karel VII en van Jeanne, had Cauchon zich uit de voeten gemaakt. Evenzoo verging het hem in zijn eigen Bisschopsstad Beauvais.

De inquisiteur van het proces van 1431 wordt wel gedagvaard en gezocht, maar niet gevonden. De griffiers en notarissen zijn het ijverigst in het afbreken van Cauchon: hij is dood, hij is de zondenbok, aan hem de schuld. Maar een verklaring als die van den griffier Manchon, is behalve bezwarend voor Cauchon toch ook wel heel interessant.

Den 25en en 26en Februari wordt Jeanne niet ondervraagd. Zij is lichtelijk ongesteld: koorts en brakingen. Zij had visch gegeten, haar gezonden door Cauchon. Jean d'Estivet, de Promotor van het proces, komt haar in haar kerker bezoeken. Liet zij mogelijk in een gesprek met hem, iets doorschemeren van een verdenking?

Jeanne: »Mijne daden en mijne werken zijn allen in de hand van God; in alles verlaat ik mij op Hem«. Ketterij! ook al voegt gij er aan toe: »Ik verzeker U dat ik niets zou willen zeggen of doen tegen het Christelijk geloof«. Cauchon gevoelt, dat hij nu op den goeden weg is en verdubbelt dus zijn ijver, zich niet bekommerend om Jeanne's onwetendheid en kinderlijke naïviteit.

Maar zondenbokken heeft men noodig en als zoodanig worden uitverkoren Cauchon, de leider van het gansche proces en de promotor Guilleaume d'Estivet, beiden overleden als het tweede proces aanvangt. Tegen 12 December 1455 worden de beschuldigers, allen, die iets ten nadeele van Jeanne wenschen te verklaren, opgeroepen om te Rouaan te verschijnen. Niemand komt op.

Aarzelend brengt hij in het midden, dat deze vraag te moeilijk is, en dat Jeanne er niet op behoeft te antwoorden, waarop Cauchon hem toesnauwt: »Gij, gij zoudt beter doen te zwijgenMaar nu neemt Jeanne het woord.

Als Cauchon eindelijk weer het woord neemt is het thans om het andere, het minder strenge vonnis voor te lezen, waarbij Jeanne veroordeeld wordt tot levenslange gevangenisstraf, op water en brood, of zooals het in de latijnsche vertaling van het vonnis luidt: »in perpetuum carcerem, cum pane doloris et aqua tristitiae«, om hare zonden en fouten te beweenen. Daarna is de plechtigheid afgeloopen.

Die vrouw, die maagd, die zich uitgaf voor een bode van God zelf, die vrouw moest in een officieel en openbaar proces, door de Heilige Inquisitie, door de geheele Heilige Moederkerk schuldig bevonden worden aan ketterij. Die vrouw moest als een dienares des duivels haar dood vinden op den brandstapel. In de tweede plaats noemen wij Pierre Cauchon, bisschop van Beauvais.