Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 12 mei 2025
Cauchon leest langzaam verder en onderwijl dringen er nog enkele rechters, waaronder Guilleaume Erard en Loiseleur, bij Jeanne op aan, dat zij zal afzweren. Nog is het tijd, houden zij haar voor.
En oogenblikkelijk stuift zij op en valt Guilleaume Erard in de rede: Jeanne: »Voorwaar, Messire, met allen eerbied, ik durf te verklaren en zweren op straffe des doods, dat hij de edelste Christen van alle Christenen is, die het geloof en de Kerk het meest liefheeft; en hij is niet zooals gij zegt«. Erard, vertoornd over deze onderbreking, laat Jeanne door den deurwaarder tot zwijgen brengen.
Dan geeft Guilleaume de Flavy, die vreest dat in de verwarring van den terugtocht, met zijn eigen troepen ook de vijanden de stad zullen binnentrekken, bevel de ophaalbrug op te halen en ontneemt hiermede aan Jeanne en hare troepen de laatste kans op redding. Steeds dichter dringen de vervolgers op de vluchtelingen aan.
Op een kleine verhevenheid tegenover de groote tribune bevindt zich meester Guilleaume Erard. Zeer tegen zijn zin heeft men hem aangewezen om Jeanne in deze plechtige bijeenkomst toe te spreken, zooals het gebruik van de Heilige Inquisitie dat meebracht.
Zij zal ter kerk gegaan zijn, de mis gehoord, en vermoedelijk ook overleg gepleegd hebben met Guilleaume de Flavy, die namens den koning bevel voerde in Compiègne.
Maar zondenbokken heeft men noodig en als zoodanig worden uitverkoren Cauchon, de leider van het gansche proces en de promotor Guilleaume d'Estivet, beiden overleden als het tweede proces aanvangt. Tegen 12 December 1455 worden de beschuldigers, allen, die iets ten nadeele van Jeanne wenschen te verklaren, opgeroepen om te Rouaan te verschijnen. Niemand komt op.
Compiègne, dat zich, zooals wij reeds gezien hebben, loyaal betoond had, was door Karel VII bij zijn verdrag met den hertog van Bourgondië weer aan dezen laatste overgeleverd. Maar Guilleaume de Flavy, de bevelhebber van de stad, had van deze overgave niets willen weten en zijn poorten voor de Bourgondiërs gesloten gehouden.
Waarschijnlijk om de aanwezige Engelschen in het gevlei te komen valt Guilleaume Erard Karel VII heftig aan. Dan richt hij zich uitdrukkelijk tot Jeanne met de woorden: »Jeanne ik spreek tot U en ik zeg U dat Uw koning is een ketter en een afvallige.« Dat is te veel voor de arme Jeanne. Die woorden krenken haar in het diepst van haar ziel.
Dan brengt men Jeanne in den kring: zij draagt manskleeren, en hoewel zichtbaar onder den indruk, eenigszins beduust door de openlucht en het volle zonlicht treedt zij kalm en vastberaden voorwaarts. Men plaatst haar op de verhevenheid naast Guilleaume Erard, en zoodra men stilte heeft verkregen onder de talrijke aanwezigen, neemt deze het woord.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek