Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 7 mei 2025
Het mannetje is licht te onderkennen aan een groote, witte vlek op het einde der beide buitenste staartpennen en aan de binnenvlag der groote slagpennen. Deze Vogel is van het midden van Noorwegen af over geheel Europa en West-Azië verbreid. Hier te lande vindt men hem in boschrijke streken niet zelden, het meest op open plekken in naaldhoutbosschen.
Zeer vele soorten hebben een gaffelvormigen staart; het verschil in lengte tusschen de buitenste en middelste veeren loopt echter zeer uiteen; bij sommige soorten zijn gene zes of meermalen zoo lang als deze, bij andere is dit verschil gering.
Wanneer ze volkomen rijp en goed gedroogd zijn, vallen er de beide buitenste oppervlakten af en dat vlies blijft zitten. Dan maakt die groote pluim een heel andere, maar ongetwijfeld een zeer fraaie vertooning, en is uitnemend geschikt voor winterbouquetten, hetzij op zich zelf alleen, hetzij met gedroogde grassen.
De buitenste laag bestaat uit lange, dunne, buigzame takken, die dikwijls uiterst los ineengevlochten zijn; de dichtere binnenbekleeding is met den buitenwand dikwijls slechts losjes verbonden; zij wordt van fijnere wortels, van op boomen groeienden korstmossen en misschien ook wel van halmen vervaardigd.
We hebben dus, in afwijking van het vroegere, een kerk in kruisvorm en eene overspanning door gemetselde gewelven, waar in de vroegere kerken de bedekking eenvoudig uit een gewoon schuin dak bestond, iets dat trouwens bij de romaansche kerk als buitenste afdekking bleef bestaan, 't Spreekt van zelf dat bij de uitsluitende toepassing van halfronde bogen en gewelven, de kerken altijd wat lager bleven; zoodra men in later tijd voor goed had bevonden, dat een gemetselde boog ook spits kon toeloopen en dientengevolge ook spitsbooggewelven gebouwd konden worden, werd de vorm der gebouwen ook slanker; en toen er eenmaal slankere kerken ontstonden, maakten de vroegere den indruk van plomp en gedrukt te zijn.
Beschouwen wij bijvoorbeeld een eitje van een zoogdier. Het is niets dan eene enkele cel. De buitenste omtrek is een vlies, dat de geleiachtige massa omgeeft, waarin men eene kleine kern of een kiemblaasje opmerkt. Zoo begint nog thans ieder levend wezen, ook de mensch.
Zij kenmerken zich door den snavel; deze is zijdelings samengedrukt, hooger dan breed, flauw gebogen en spits, de boven- en onderkaak raken elkander met vlakke randen aan. De twee buitenste voorteenen zijn slechts aan den wortel onderling vergroeid.
Andijvie II. Gestoofde stoelen andijvie. Men laat de stoelen in zijn geheel, neemt de buitenste verwelkte of stugge bladen en het onderste gedeelte van den stronk weg. Vervolgens wascht men de andijvie herhaaldelijk, tot alle zand of aarde verwijderd is. Dan bindt men elken stoel afzonderlijk dicht en kookt ze in weinig water met een weinig zout gaar.
Het lentekleed van het mannetje is van boven aschgrauw, van onderen zwavelgeel, aan de keel zwart, welke kleur van het grauw der bovenzijde gescheiden is door een witte streep; een streep van dezelfde kleur loopt boven het oog langs; twee lichtgrijze, niet zeer duidelijke banden komen op den vleugel voor. De drie buitenste stuurpennen zijn grootendeels wit, de pooten vleeschkleurig roodgeel.
Na het ontbijt ging ik aan wal, en beklom de naastbijzijnde steilte tot eene hoogte van 2-3000 voet. De buitenste bergen zijn glad en kegelvormig, maar steil; en de oude vulkanische gesteenten, waaruit zij bestaan, worden doorsneden van vele diepe ravijnen, die uit de ongenaakbare bergachtige gedeelten van het midden van het eiland naar de kust loopen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek