Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 8 juni 2025
Het oog is bruin, de snavel aan den wortel blauwgrijs, aan de spits zwartachtig hoornkleurig, de voet zwart. Totale lengte 55, staartlengte 23 cM. Deze soort broedt in de toendra van de drie noordelijke werelddeelen, maar bezoekt, na den broedtijd rondzwervend, alle zeeën der aarde, zelfs de kusten van Afrika en Australië.
Totale lengte 28, staartlengte 6 cM. Zij broedt in de toendra van de Oude Wereld, waar zij de eenige vertegenwoordiger is van haar geslacht. Zij heeft hare winterkwartieren in Afrika en Zuidwest-Azië. Daar haar broedgebied eerst laat bevrijd is van sneeuw en de winter er vroeg begint, begeeft zij zich in 't najaar vroegtijdig op reis en keert laat in 't voorjaar terug.
Terwijl het wijfje broedt, houdt het mannetje in de nabijheid trouw de wacht en waarschuwt bij het naderen van een gevaar. Beide brengen met veel zelfverloochening hunne vraatzuchtige jongen groot en toonen dezen hun groote liefde op allerlei wijzen, ook door de listen, die zij aanwenden, om hun kroost voor gevaar te behoeden.
Maar zoodra het water opnieuw helder wordt en de zon weder schijnt, keert ook zijn goed humeur terug en is hij even opgeruimd en vroolijk als ooit te voren." De Waterspreeuw broedt, als hij niet gestoord wordt, gewoonlijk slechts éénmaal, bij uitzondering echter ook wel tweemaal in 't jaar, voor 't eerst in April.
Al naar de plaats, waar zij woont, broedt de Spotlijster vroeger of later in 't jaar. Het eerste broedsel bestaat uit 4
Het wijfje broedt alleen en wordt gedurende dit bedrijf door het mannetje uit den krop gevoederd; de jongen komen binnen 13 dagen uit. De beide ouders bemoeien zich met de opvoeding der jongen. Het Sijsje heeft van zijne vijanden veel te lijden; zijn argeloosheid en gezelligheid brengen het, wanneer het door menschen of roofdieren belaagd wordt, dikwijls in 't ongeluk.
Niet altijd broedt deze Boomlooper in holle boomen, dikwijls ook in hiervoor geschikte spleten, onder daken van huizen of tusschen de planken, waardoor de muren der gebouwen in bergstreken beschut worden, ook wel in houtmijten, in de ruimte tusschen het hout van een boomstam en de hiervan losgeraakte schors enz. Hoe dieper de holte is, des te beter is zij van zijn gading.
Alleen des morgens ziet men hem dikwijls op een vrijen, boven het struikgewas uitstekenden tak, waar hij zijne door den dauw doornat geworden veeren laat drogen en in orde brengt. Het mannetje draagt, terwijl het wijfje broedt, bij voorkeur van zulk een tak zijn eenvoudig gezang voor. Intusschen laat het de vleugels achteloos hangen en bekommert zich, naar het schijnt, weinig om zijn omgeving.
Tot zijn broedgebied behooren bovendien Zuid-Rusland, geheel Middel-Azië, bezuiden de Siberische grens en Indië. In vrij grooten getale broedt hij ook in Hongarije, enkele exemplaren ook in Duitschland. In Indië, Perzië, Egypte en Noordwest-Afrika, zelfs op Sardinië is hij standvogel; in de noordelijker gedeelten van zijn broedgebied komt hij in Mei en blijft er hoogstens tot September.
"De Kuifleeuwerik is in nog hoogere mate een steppenbewoner dan de overige Vogels, die uit het zuidoosten tot ons gekomen zijn; hierdoor wordt het verklaarbaar, dat hij bij voorkeur de groote heerwegen naar 't westen volgt en het liefst in hun nabijheid broedt, want juist deze gewesten hebben in hooge mate de eigenaardigheden van steppen, even woest als de Chineesche en de Mongoolsche.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek