Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 8 juni 2025


In den duur van het broeden is door het temmen geen verandering gekomen; ook de Wilde Kanarie broedt ongeveer 13 dagen. De jongen blijven in het nest, totdat zij volkomen bevederd zijn en worden nog eenigen tijd na het uitvliegen door de beide ouders, vooral echter door den vader, met veel zorg uit den krop gevoederd.

Die van Skandinavië bezoeken ons nu en dan op den trek; zij komen hier in de laatste helft van September, doch zelden in grooten getale, blijven hoogstens 14 dagen en zoeken vervolgens in Zuid-Europa of hoogstens in het Atlasgebied hare winterkwartieren op. Bij ons broedt de Beflijster slechts toevallig. Zij wordt 26 cM. lang en heeft een 11 cM. langen staart.

In Nederland broedt de Vink overal in bosschen en zelfs in groote tuinen; in Noord- en Zuid-Holland geschiedt dit echter eerst sinds de tweede helft van deze eeuw meer algemeen. In het najaar, op den trek, komen de Vinken uit het noorden in groote vluchten in ons land en worden dan op de vinkebanen, vooral langs den duinkant, veelvuldig gevangen.

Bij eenige soorten bestaat het nest in hoofdzaak of uitsluitend uit verhard speeksel. Het aantal eieren is gering, soms bepaalt het zich tot één. De eieren zijn rolvormig en licht van kleur. Het wijfje broedt alleen; de jongen worden door de beide ouders gevoederd. Ieder paar broedt eens, hoogstens tweemaal per jaar. Voor het leven in de gevangenschap zijn de Gierzwaluwvogels niet geschikt.

De wand van het nest is ongeveer 3 cM. dik, zijne bestanddeelen zijn uitmuntend samengeweven; de nestholte is naar verhouding diep. Het wijfje broedt op 3 of 4 betrekkelijk kleine eieren, die op grijsachtig of blauwachtig witten grond met uitvloeiende vlekken en streepjes van bloedroode, bloedbruinachtige of zwartbruine kleur bezet zijn.

De Nachtegaal wordt van Groot-Brittannië af broedend gevonden in West-, Middel- en Zuid-Europa; het gebied waarin hij broedt, strekt zich echter, naar het schijnt, oost- en zuidwaarts niet ver uit; men ontmoet hem echter nog veelvuldig in Zuid-Rusland en de Krim, voorts in Kaukasië, Klein-Azië en Palestina.

In gunstige jaren broedt de Geelgors twee- en zelfs driemaal. Zoolang de broedtijd duurt, is het mannetje zeer opgewekt: het zingt van den vroegen morgen tot laat in den avond zijn eenvoudig liedje, dat uit 5 of 6 bijna gelijke tonen en een eenigszins gerekten, één octaaf hoogeren slotklank bestaat.

Van alle inheemsche Klauwieren heeft de Grauwe het uitgestrektste verbreidingsgebied. Hij bewoont bijna geheel Europa, van Finland en Rusland tot het zuiden van Frankrijk en Griekenland, bovendien Siberië voor zoover het tot de gematigde luchtstreek behoort. In Spanje broedt hij alleen in de noordwestelijke districten, in Griekenland alleen in de hoogste gebergten.

In den zomer zweemt de kleur van kop en hals naar grijs. Het oog is lichtbruin, de snavel roodachtig bruingrijs, de poot loodkleurig grijs. Totale lengte 29, staartlengte 2 cM. Zuid-Europa bezoekt hij geregeld op den trek, maar broedt er, naar het schijnt, slechts bij uitzondering; zijn winterreis strekt zich, naar mij gebleken is, tot in Middel-Afrika uit.

In Nederland broedt zij algemeen op lage veenachtige gronden, hier en daar ook op de klei. Voorts broedt zij in Noord-Duitschland, Denemarken, Skandinavië, Lijfland, Finland en Zuid-Siberië; in al deze landen is zij op geschikte plaatsen buitengewoon veelvuldig.

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek