Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 12 juni 2025


In Friesland "broedt hij niet, maar vindt men hem des winters in de zandstreken, in groote vluchten rondzwervend. Sommige overwinteren ook in de buitenwijken van Leeuwarden en zoeken dagelijks met de Musschen hun voedsel nabij de huizen." "De verhuizing van den Kuifleeuwerik naar Middel-Europa," schrijft W. Marshall, "is een buitengewoon merkwaardig verschijnsel.

Buiten den paartijd is de Kuifleeuwerik een stille Vogel, die alleen door zijn algemeenheid in 't oog valt, voor 't overige echter zeer bescheiden is. Van den Akkerleeuwerik kan hij gemakkelijk onderscheiden worden door zijn ineengedrongen gestalte en door de spits eindigende kuif, die bijna overeind staat.

De Kuifleeuwerik gebruikt zoowel plantaardig als dierlijk voedsel. In den herfst, den winter en de lente eet hij allerlei soorten van zaden; in de lente plukt hij de toppen van het jonge gras en van andere groene kruiden af.

De gewoonte van dezen ook in andere opzichten, o.a. door zijn eigenaardige stem en kopversiering, vreemdsoortigen Vogel, om langs de groote verkeerswegen te loopen, heeft ook de aandacht van het volk getrokken: algemeen is b.v. in Thuringen onder het volk de meening verbreid, dat de Kuifleeuwerik in 1813 met de Russen in 't land gekomen is; iets dergelijks wordt ook van den Gewonen Kakkerlak beweerd."

Jegens den mensch zijn de Woestijnlooper-leeuweriken volstrekt niet schuw; zij naderen de bewoonde stations van den "Oost-Indischen weg" met de argeloosheid van den Kuifleeuwerik; ik ontmoette ze meermalen op de uitgestrekte binnenplaatsen van deze gebouwen.

"De Kuifleeuwerik is in nog hoogere mate een steppenbewoner dan de overige Vogels, die uit het zuidoosten tot ons gekomen zijn; hierdoor wordt het verklaarbaar, dat hij bij voorkeur de groote heerwegen naar 't westen volgt en het liefst in hun nabijheid broedt, want juist deze gewesten hebben in hooge mate de eigenaardigheden van steppen, even woest als de Chineesche en de Mongoolsche.

Bij Petersburg wordt de Kuifleeuwerik nog niet aangetroffen, naar Zweden en naar Engeland dwaalt hij slechts zelden af, in Sleeswijk vertoont hij zich uitsluitend gedurende den winter; maar dan veelvuldig; in Holstein echter broedt hij reeds sedert 1850; reeds in 1856 werden enkele nesten op Sylt waargenomen; sedert 1820 heeft men hem in Oldenburg opgemerkt, aanvankelijk was hij hier zeer zeldzaam, reeds in 1853 echter zeer talrijk.

Ook in Duitschland echter breidt deze soort haar gebied van jaar tot jaar verder uit; de bergpassen volgend, vestigt zij zich langzamerhand op allerlei plaatsen, waar zij vroeger niet voorkwam. Van de verbreiding van den Kuifleeuwerik sprekend, zegt Schegel: "Hij houdt zich in droge, zandige, open streken op.

De Kuifleeuwerik wordt niet in zoo grooten getale als de Akkerleeuwerik ten behoeve van de keuken gevangen en ook om andere redenen bijna niet vervolgd. Zijne vijanden zijn dezelfde als die, welke gevaarlijk zijn voor andere op den grond nestelende Vogels. Zelden houdt men hem in een kooi.

Het oog is donkerbruin, de snavel bruinachtig, de wortelhelft van den ondersnavel en de voet zijn geelachtig. Met uitzondering van het hooge noorden bewoont onze Kuifleeuwerik bijna geheel Europa, een deel van Azië en een belangrijk deel van Afrika; hij komt in 't zuiden veelvuldiger voor dan in het noorden en is in Spanje en Noord-Afrika de meest verbreide soort van de geheele familie.

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek