Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 juli 2025
Hodgson is van oordeel, dat de Homray zich bijna uitsluitend met vruchten voedt. In de vruchtentuinen heeft men soms veel last van hem. Gevangen Vogels moeten echter ook dierlijk voedsel hebben. Enkele gedragen zich zelfs als echte roofdieren, die ieder zwakker levend wezen in hun nabijheid overvallen of dooden. Verscheidene berichten hebben betrekking op het broeden van deze Vogels.
Het wegsleepen van de eieren heeft trouwens alleen dan plaats, als zij door een mensch aangeraakt zijn; de Vogel blijft rustig zitten broeden als de persoon, die het nest ontdekte, weer weggegaan is zonder de eieren aan te raken. Het is mogelijk, maar tamelijk moeielijk, jong uit het nest genomen Geitenmelkers groot te brengen.
Bij ons komen de Scholeksters in April en vertrekken in September. Zij broeden overal in de duinen, maar ook uren ver van deze, in de weilanden. Na den broedtijd trekken zij naar de kust, waar een groot aantal overwinteren en steeds andere doortrekken, zoodat zij hier voortdurend te vinden zijn en bijna den geheelen winter door in steekgarens gevangen worden.
Uit Nederland, waar de soort niet talrijk vertegenwoordigd is, vertrekt zij tegen November naar 't zuiden en komt in het begin van Maart terug. Enkele exemplaren overwinteren hier te lande en bezoeken in het koude jaargetijde nu en dan de kustprovinciën, waar zij echter nooit broeden. Weinige Vogels zijn meer op netheid gesteld dan deze lieftallige Kwikstaart.
De zes soorten van dit geslacht broeden in het noordelijk halfrond, maar strekken hun winterreis uit tot in Zuid-Amerika, Zuid-Afrika en Nieuw-Holland.
In den herfst, gewoonlijk reeds in Augustus, vormen zij groote zwermen; men ziet er dan honderd en meer bijeen. In den winter vermengen zij zich met de Groenlingen, ook wel met de Vinken en Keepen, met de Ringmusschen en de Geelgorsen. In de lente na de paring scheiden zij zich van elkander af, hoewel zij dikwijls vreedzaam in elkanders nabijheid broeden.
Steeds broeden zij gezellig, broedkoloniën vormend, die in den regel uit honderden en zelfs duizenden paren bestaan, zoodat de nesten in een kleine ruimte zoo dicht mogelijk opeengedrongen zijn.
In Duitschland werd het broeden van deze soort het meest waargenomen in de middelgebergten en in het noorden. In Noord-Europa vindt men gedurende den zomer in alle groote wouden Houtsnippen.
Enkele soorten zijn trouwens, naar het schijnt, volstrekt niet gebonden aan een bepaald tijdperk: Gosse verzekert uitdrukkelijk, dat hij in iedere maand van het jaar versche nesten van den Kapkolibrie gevonden heeft. "Zoover mijn ervaring reikt," zegt hij, "broeden de meeste in Juni; hoewel Hill Januari den eigenlijken broedtijd noemt." Waarschijnlijk nestelen de meeste soorten tweemaal per jaar.
Maar wat is mij, scherpgebekte, zwart-halfgroen gevliggervlerkte, vage vogel, dan 't bedied van uw eeuwig zeggen: „'k zie-'t?” Ziet gij, daar omhoog aan 't broeden, ziet ge, aan 't blijde jongskes voeden, in uw pierende oogskes, iet dat elk mensche niet en ziet? Zegt, of is 't de zonne rijzen, dat gij ziet, is 't buien bijzen ; kwade wichten of kwa died zitten ievers, diepe in 't riet?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek