United States or Pakistan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zijn lokstem is een knippend geluid; een onbehagelijke gemoedstemming geeft hij door een snorkend "sjarr" te kennen, angst door een krijschend gekwaak; zijn zeer aangenaam gezang is gekenmerkt door lange, luide, trillende fluittonen, die dikwijls herhaald worden; het gelijkt op dat van andere Rietzangers, maar brengt toch ook weer dat van den Kwikstaart of van de Boerenzwaluw in herinnering; er is zooveel afwisseling in, dat het op een lijn gesteld kan worden met het lied van de Grasmusch.

De Waterspreeuw is niet slechts een van de meest in 't oog loopende, maar ook een van de meest aantrekkelijke Vogels. Zijne begaafdheden zijn van een zeer bijzonderen aard. Vlug en behendig als een Kwikstaart loopt hij over de steenen van het rivierbed; op de wijze van de Kwikstaarten en Oeverloopers beweegt hij den staart en het achterste deel van den romp op en neer; hij huppelt van de steenen af in 't water, waadt al dieper en dieper, tot halverwege de borst, tot de oogen, nog dieper, tot het water zich boven hem sluit, wandelt vervolgens 15

De oogen zijn donkerbruin, de snavel en de pooten zwart. Totale lengte 20, staartlengte bijna 10 cM. In Groot-Brittannië komt nevens den Witten Kwikstaart een verwante vorm voor, die soms als een afzonderlijke soort, soms als een ras wordt beschouwd. Wij beschouwen hem als een ras. Nu en dan worden eenige exemplaren van dit ras in Noord- en Zuid-Holland, soms ook in Noordbrabant waargenomen.

En dan liep ze weer weg met een dollen lach, en op een afstand riep ze: "Kom 's hier, kom 's kijken! Gauw! gauw dan, anders is 't weg!" Dan draafde hij er heen en dan was 't niets of enkel een mooie tor, die vadsig zat te wiegen op een blad, glanzend in de zon, of een kwikstaart, die toch al lang weer weg was.

De Witte Kwikstaart bewoont geheel Europa, ook IJsland, voorts West- en Middel-Azië, en zelfs Groenland. Behalve in de hoog gelegen bosschen en de bergstreken boven de grens van den boomgroei treft men hem in den letterlijken zin van 't woord overal aan; naarmate de bebouwing van den bodem toeneemt, vermeerdert ook het aantal van deze Vogels.

"Door zijn voorliefde voor het water gelijkt deze Vogel op den Grooten Gelen Kwikstaart, hoewel de kleur van het vederenkleed den Europeaan op Java aan den Witten Kwikstaart herinnert."

Uit Nederland, waar de soort niet talrijk vertegenwoordigd is, vertrekt zij tegen November naar 't zuiden en komt in het begin van Maart terug. Enkele exemplaren overwinteren hier te lande en bezoeken in het koude jaargetijde nu en dan de kustprovinciën, waar zij echter nooit broeden. Weinige Vogels zijn meer op netheid gesteld dan deze lieftallige Kwikstaart.

Ook de Groote Gele Kwikstaart broedt vroeg in de lente: voor de eerste maal reeds in April, voor de tweede maal niet later dan Juli. Zijn lengte bedraagt gemiddeld 17 cM. met inbegrip van den 7 cM. langen staart.

Zijn loktoon, dien hij hoofdzakelijk gedurende het vliegen, minder dikwijls zittend laat hooren, heeft zeer veel overeenkomst met dien van den Witten Kwikstaart, zoodat men beide soorten al zeer goed moet kennen om ze, op de stem afgaande, met zekerheid te onderscheiden.

Hun lokstem is een fluitend geluid, dat als "bsiuub" of "bielieb", maar ook een zachte toon, die als "sieb sieb" klinkt; het waarschuwingssein is een scherp uitgestooten "srie", het paringsgeluid een gerekt "tsierr". Hun gezang gelijkt op dat van den Witten Kwikstaart.