Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 11 juni 2025


Rosio, die het schilderstuk, dat een madonna met het kind voorstelde, nauwkeurig beschouwde, meende echter voor zichzelven die trekken te herkennen, en antwoordde op de ontboezeming des jonkmans: "Voorzeker moet ik bekennen dat het wezen der Heilige Maagd zeer schoon en bevallig mag genoemd worden, doch bovenaardsch is het niet, ik, ten minste, meen mij deze trekken zeer duidelijk te herinneren."

Rechts in het verschiet het eiland Capri als met goudpoeder bestrooid, als een eiland der gelukzaligen. Het is haast bovenaardsch, onstoffelijk. Achter ons weer hooger rotsen met zigzagprofiel, kaal, door de heete zon geblakerd, blinkend als kopererts. Op dit terras schreef Richard Wagner 26 Mei 1880: "Klingsor's toovertuin is gevonden!"

Toen Esplandian zich ervan overtuigd had, dat het monster werkelijk dood was, verliet hij het kasteel, en keerde naar het strand terug, bij de invallende duisternis geleid door een bovenaardsch licht, dat uit het betooverde zwaard straalde, dat hij uit het rotsblok getrokken had.

Een heele week lang was iedereen zoo deugdzaam in het oude huis, dat men de geheele buurt tot voorbeeld zou hebben kunnen strekken. 't Was werkelijk bijzonder, want iedereen verkeerde in een bovenaardsch goede stemming, en zelfverloochening was aan de orde van den dag.

Geweldig, met bovenaardsch geluid, klonk de stem door de zware, gewelfde lippen van des maskers geopenden mond. «Ik deel in uw gevoelen, Aischyloszeide Simon; «dit voegt het best bij Prometheus' persoonlijkheid, beter dan het donkerbruine dat wij gisteren kozen.

De oude bijenman staakt zijn bovenaardsch geklingklang, gooit sleutel en pan weg, en wijst naar den hoogsten tak van een jongen appelboom. Ge ziet hoe er een zwart kluwentje bijen, niet grooter dan een duivenei, aan vastkleeft. Een oogenblikje later is het dubbel zoo groot als een vuist, en onmiddellijk daarna weer tweemaal zoo groot, terwijl van alle richtingen de bijen toestroomen.

De Muze heeft mij 't diepst geluk geschonken, Dat ik gekend heb in mijn gansch bestaan, Háár oogen hebben zóó mij toe geblonken Als nooit het oog eens stervlings heeft gedaan. 'k Heb van *haar* mond vergetelheid gedronken En bovenaardsch, als 't Hemelrijk, een waan, En in het allerdiepst gebed verzonken Bood ik aan Haar mijn hart, mijn leven aan.

Het geleek een berg van licht, iets bovenaardsch, dat alles overheerschte door zijn rijkdom en zijn trots. Toen strekte Mannaëi de armen uit naar Sion, en, hoog opgericht, het gelaat geheven, de vuisten gebald wierp hij zijn vervloeking naar die stad, wanend dat zijn woorden een werkelijke macht in zich hadden. Antipas hoorde het aan, en leek in 't minst niet geërgerd.

Maar iedereen wist immers, dat geesten en engelen zich nooit aan den armen kunstenaar hadden vertoond en daarom verwonderde men er zich niet erg over, dat hij ze niet bovenaardsch schoon had kunnen maken. Menigeen had toch zeker de schilderij van den goeden meester buitengewoon mooi gevonden en het had velen ernstig en godsdienstig gestemd. 't Was wel waard door onze oogen gezien te worden.

Zij scheen mij zoo hoog, zoo rein, zoo bovenaardsch, dat ik mij dikwijls tot haar wendde in die uren van mijn leven, waarin de verzoeking mij te sterk dreigde te worden en booze hartstochten mij overweldigden. Dan riep ik haar geest aan, en bad tot haar, en dat gebed werd dikwijls verhoord.

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek