United States or Niue ? Vote for the TOP Country of the Week !


Later in zijn leven vinden wij hem als koster te Oost-Voorne en in betrekking tot de machtige edelen: Heer NICOLAAS VAN CATS, wien hij zijn Naturen Bloeme ten geschenke gaf, en ALBRECHT, Heer van Voorne, burggraaf van Zeeland en vertrouwd raadsman van FLORIS V; aan dezen ALBRECHT van Voorne droeg hij zijn roman van Merlijn op. Die verhuizing heeft misschien omstreeks 1266 plaats gehad.

Wie MAERLANT door latere dichters "vader der Dietsche dichteren algader" hoort noemen, zou kunnen vergeten dat ook deze vader eens jong geweest is en de minne heeft gekend, al was hij nog zoo degelijk. De zoete heugenis dier minne overvalt hem later midden in de geleerdheid van der Naturen Bloeme. Wanneer broeder THOMAS VAN CANTIMPR

Der Naturen Bloeme en Spieghel Historiael moesten, evenals vroeger Rijmbijbel en Sinte Franciscus Leven, voorzien in de behoefte aan degelijke lectuur voor de leeken. In de verdietsching van THOMAS VAN CANTIMPR

In zijn Naturen Bloeme, zijn Rijmbijbel, zijn Spieghel Historiael had hij zich meer dan eens scherp uitgelaten over hunne hebzucht, weelde, wellust; hun verweten, dat zij waren

Bloeme, 36-40, 725 vlgg. Over LOD. VAN VAELBEKE vgl. Lied in de Midd., bl. 587; maar vooral: VANDER STRAETEN'S Les Ménestrels aux Pays-Bas, p. 88 suivv. OTTE VAN ORLEIEN, Vad. Mus., II, 394; de hand van een geestelijke of clerck meen ik te zien in Couchi, II, 1628 vlgg., 1746-'7, 2171 vlgg.; de bedoelde wapendichten in Belg.

Algemeene natuurkennis vond men voldoende in der Naturen Bloeme; doch voor sommige onderdeelen viel wel iets te doen, vooral voor een betere kennis van den mensch.

Voor de geschiedenis der Roomsche kerk mogen deze heiligenlevens van niet geringe beteekenis zijn in die der Nederlandsche literatuur kunnen zij slechts een bescheiden plaatsje innemen. In geen dezer werken vindt men iets dat op poëzie ook maar gelijkt en weinig of niets karakteristieks. Der Ystoriën Bloeme bevat slechts gebrekkig berijmd proza, de levens van S. Christina en S. Lutgart zijn beide letterlijk vertaald uit het Latijn van THOMAS VAN CANTIMPR

Daar zien wij misschien weer het verschil tusschen "menestreelen" en "clercken". Hij verklaart openlijk, dat hij niet bij name wil noemen: Die van den stride was de bloeme Of de quaetste of de beste

Torec, 3800-3804; 3738-'41; Moriaen, 355, 573, 972; Karel en El., 329, 640; andere voorbeelden in STOETT'S Syntaxis, p. 144. Het verwante verschijnsel in mijne Mnl. Ep. B. WEISKE. Lipsiae. Sect. Vgl. TE WINKEL'S Maerlant, p. 257, noot 2; WYBRANDS, De Abdij Bloemhof, p. 72; Naturen Bloeme, II, 690-2; MOLL, Kerkgesch., II, 2, 78; Brab. Yeesten, V, 144-146; MOLL, t.a.p.

HET MEISJE. Du dwaals voorzeker, lieve bloeme, of sprak dijne stem het lied, dat de rozen elkander van verre toezingen? DE ROOS. Neen, neen, zuster, niets op aarde is schoon als du! Ziedaar, aan dijne voetjes, het beekje, dat zijne murmelgolfkens wederhoudt om dijn beeld te herspiegelen en te streelen, O, mocht ik sterven op dijne warme borst of in dijne zijden haren.