Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 4 mei 2025


Eierleggend, altijd met gelede pooten en oogen in den kop, en geen gedaanteverwisseling ondergaande. Beperkte tracheeën voor de ademhaling; een begin van bloedsomloop; verscheidene bevruchtingen in den loop van het leven. Eierleggend, met geleed lichaam en pooten, verschaalde huid, oogen in den kop en meestal vier sprieten; ademhaling door kieuwen; een overlangsche ganglieketen.

Inwendig treffen we een volledig zenuwstelsel aan, bestaande uit zenuwen, die uitloopen in een ganglieketen. Maar ofschoon volledig is het nog verre van volmaakt daar het gevoelscentrum zeer verbrokkeld is en de zinnen zelve weinige in getal en zeer duister zijn. Weliswaar ontbreekt alsnog een bloedsomloop, welke perfectioneering van bewerktuiging men hooger in de dierenketen moet zoeken.

De organen voor den bloedsomloop en de ademhaling zijn zeer volkomen ontwikkeld. De Vogels hebben een hart met twee kamers en twee boezems, dat, wat samenstelling betreft, zeer veel gelijkt op dat der Zoogdieren, maar naar verhouding veel krachtiger spieren bezit. Aan weerszijden van het hart zijn de beide longen gelegen, nevens de spits van het hart de beide afdeelingen van de lever: het middelrif, dat bij de Zoogdieren de borstholte (met het hart en de longen) van de buikholte (met de lever, de maag, enz.) afscheidt, is n.l. bij de Vogels zeer weinig ontwikkeld en mist de spieren, die het bij de ademhaling der Zoogdieren een rol doen spelen. De longen dringen door in de tusschenruimten, die de ribben overlaten, waar bij de Zoogdieren de tusschenribspieren voorkomen, die hier wegens de onbeweeglijkheid der ribben overbodig zijn. Bovendien strekken de longen zich verder benedenwaarts uit. De ingeademde lucht vult bij de Vogels, behalve ook nog verscheidene luchtzakken, die door het geheele lichaam verspreid zijn, en zelfs in de beenderen voorkomen, niet alleen in het kanaal, dat in het middelste gedeelte der pijpbeenderen gevonden wordt, maar ook in de kleinere holten van het been. De luchtpijp bestaat uit beenige, door vliezen vereenigde ringen; de bovenste, maar vooral de onderste van deze tot beschutting van de luchtpijp dienende beenderen, onderscheiden zich door hun eigenaardige samenstelling; zij vormen organen, die bovenste en onderste strottenhoofd heeten. Het bovenste strottenhoofd dient niet, zooals bij de Zoogdieren, voor de stemvorming; het ligt achter de tong, is bijna driehoekig en bezit geen strotklepje; zijn opening (stemspleet) is omgeven door wratjes, die rijk zijn aan zenuwen; hare randen zijn bekleed met een zachte, gespierde huid, waardoor het strottenhoofd volkomen gesloten kan worden. Het onderste strottenhoofd begint dicht bij de plaats waar de luchtpijp zich in twee longpijpen splitst. Hier vormen de sterk gewijzigde laatste luchtpijpringen den zoogenaamden trommel, welks inwendige ruimte in twee gangen is verdeeld door den beugel, een overlangs gericht beenig schot, uitgaande van het punt waar de beide longpijpen uiteenwijken. Hier komen de stembanden voor, gevormd door plooien van het slijmvlies, dat de luchtpijp inwendig bekleedt; zij begrenzen de twee stemspleten, welker randen bij het uitstroomen van de lucht in trilling gebracht worden, en op deze wijze tot het voortbrengen van de stem dienen. Aan weerszijden van het onderste strottenhoofd zijn spieren gelegen ten getale van 1

Evenals de ruggemergsholte in het skelet van den kop tot eene schedelholte zich verwijdt, zoo gaat ook het in de ruggemergsholte beslotene ruggemerg binnen de schedelholte in de hersenen over. In deze lichaamsholte aan de buikzijde zijn in hoofdzaken gelegen de organen van de ademhaling, den bloedsomloop, de vertering en de uitscheiding.

Dat alles knaagt aan uw eigen welvaart en dwingt een volk, 't welk u de broederhand zou willen reiken, om zich evenals gij in 't ijzeren pantser te steken: 't pantser, knellende, drukkende, den vrijen bloedsomloop belemmerende, 't hoofd verhitten de, drijvende den arm tot vernieling en broedermoord.

Het bloed wordt rijkelijker met zuurstof voorzien dan bij de overige dieren; oxydatieverschijnselen in het lichaam hebben sneller en krachtiger plaats, de door de zuurstof veroorzaakte prikkel is grooter, de geheele bloedsomloop sneller: men heeft opgemerkt, dat de slagaders en aders naar verhouding dikker zijn, dat het bloed rooder is, meer bloedlichaampjes bevat dan bij de overige Gewervelde Dieren.

Wel hebben zij een spijsverteringsorgaan, voortplantingsorganen en organen voor den bloedsomloop, zenuwen en spieren, maar geen spoor van symmetrie. Overbodig is het, hierbij te voegen, dat zij nog geen hoofd hebben. Tot nu toe zijn al die wezens blind, doof en stom.

|IVen GRAAD: Zenuwen eindigende in hersenen of een ganglieketen; ademhaling met kieuwen; aders en slagaders voor den bloedsomloop. Eierleggend met verlengd en geringd lichaam; geen gelede pooten; oogen bij uitzondering; ademhaling door kieuwen; een ganglieketen. Eierleggend met een mantel en gelede armen waarvan de huid hoornachtig is; geen oogen; ademhaling met kieuwen; een ganglieketen.

En steeds klonk het ijzeren geronk der kipkarretjes en het gebons van 't laden voort, als het zware ademen des levens in het blinde donker, de bloedsomloop door de holle pijpen en ingewanden van het steenen aardelijf. Willem Stoffels arbeidde voort, sprakeloos, werktuigelijk. Bijna was de helft van den arbeidsduur verstreken.

Alleen zij hier nog vermeld, dat het lieskanaal, Plaat II No. 41, van de vrouw langer en nauwer is dan dat van den man, waardoor verklaard wordt, dat liesbreuken bij mannen veelvuldiger voorkomen dan bij vrouwen. Een liesbreuk toch ontstaat, wanneer een buikingewand, bijv. een darmlis door het lieskanaal uitzakt. De Bloedsomloop.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek