Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 3 oktober 2025
Hij lag en kreunde... Juist ging ik voorbij, terug geleid naar mijn stal: de zon zonk rood en de vleêrmuizen flapperden in kringen tegen den bloedschijn... En bloed ook scheen mij toe te tappelen van den rug van den half bezwijmden slaaf: het ron rood over den wit bepoeierden grond. Toen, als met een menschelijke ingeving van erbarming, likte ik met mijn moede tong de wonde van den slaaf.
Met moeite vorderde men. Niet zelden stonden de ladders, waarmede men afdaalde, drie voeten in de modder. Het licht der lantaarn brandde nauwelijks in deze pestdampen. Nu en dan droeg men een bezwijmden baggerman weg. Op sommige plaatsen waren kolken.
Het geval Le Maître kan ten dééle worden verklaard uit chronisch angstgevoel voor de menschen, dat niet anders [p.170] was dan de vrees, zijn eigen lagere persoonlijkheid, wier betrekkelijke geringheid hij-zelf zoo wel kende, door de menschen te laten doorzien; chronische angst ook voor geestelijke degenstooten, die hij te traag-denkend was, om bij tijds te kunnen pareeren. En op sommige oogenblikken, oogenblikken gelijk er toen een was, werd die menschenvrees acuut. Toen hij die menigte daar zag, zich verdringend om hem en dien bezwijmden man, de vreemdheid van de gelaten, van de huizen, van
Allen drongen weg, de laatsten uit de ridderbanken, het volk uit de cavea.... Ook de soldaten, de matrozen, de gladiatoren.... Mijn broêrtje! huilde Cecilius. Carpoforus tilde den bezwijmden knaap op; het blonde hoofd viel op den massieven schouder van den Jager. Zal je hem dragen, Carpoforus? snikte, smeekte Cecilius. De Jager knikte. Allen daalden de trappen af, sprongen van omgang op omgang.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek