Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 juni 2025
"Zoo, ben je daar weer," riep zij uit, toen ze den kleinen jongen gewaar werd. "Waar heb je toch gezeten, Deugniet? Je vader is zóó ongerust. Juist is hij weer weggereden om de omstreken van den grooten vijver af te zoeken; 't is al het derde paard, dat hij sedert vanochtend berijdt.
Dezen, met een verbleekt gelaat, kweelt van liefde, en doet met zijn beweeglijke klachten alsins den schallenden echo in 't holle gewelf van Veneris tempel wedergalmen. Die berijdt den woesten Oceaan met een gevleugeld paard, niet ontziende stormen, winden, zeevlagen, noch Syrten , noch klippen, noch diepe afgronden, om van het Oosten in het Westen te geraken.
Wanneer men in de letterkundige wereld met slijk gooit, dan is dat volgens mijne meening ongeveer hetzelfde, als dat het paard dat gij berijdt iets onbehoorlijks doet, terwijl uw hoofd vervuld is van poëtische gedachten. Hier kan ik nog bijvoegen, dat men mij heeft uitgescholden zooveel als ik maar kon verlangen, en het heeft mij nog niet eens mijn' eetlust bedorven.
Waarom zouden wij den dood vreezen, daar reeds zijn engel onzen rug berijdt en het gebit klemt in onzen mond? En terwijl de hymne der wedergeboorte op onze lippen zingt, in de hoogste extase der vreugd van te leven, snellen wij naar het graf. Blz. 63 ... C'est la vie réelle: ... Het is het werkelijke leven, de krachtsinspanning, die de dichter den ontaarden zonen van het Ghetto predikt.
Men wijst nog een obelisk aan waarvan men zegt dat hij de steenen pijl is; verder een gat in den berg, 289 voet hoog en 88 voet breed, dat heet te zijn de opening door den pijl in zijn vlucht door den hoed gemaakt; eindelijk den ruiter op Senjen-eiland, die blijkbaar een kolossaal paard berijdt en de vouwen van zijn wijden rijmantel dicht om zich heen trekt.
Ik had geen tijd mij te verbazen, dat roovers den zelfden god vereeren als eerlijke kooplieden in parels en purper: trillende stond ik op mijn hoeven. Een sterke, mooie ezel! prezen de roovers, mij slaande vol hartelijkheid op de schoft. Een dappere ezel! Een flinke ezel! En een edele, wonderschoone maagd, die hem berijdt! Wie zoû zij zijn? vroeg de hoofdman. De roovers wisten het niet.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek