United States or South Africa ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het is het zelfde oude woord dat meestal in den form Lutke of Lutje nog deel uitmaakt van menigen plaatsnaam in de friesche gewesten. Bepaaldelik in Noord-Holland treffen wy dit woord aan in de plaatsnamen Lutje-Broek, Lutje-Schardam, Lutje-Winkel, en zelfs in den byzonderen form luttik in den plaatsnaam Luttik-Ouddorp, den Alkmaarders wel bekend.

Dat maatzingen noemt het nederlandsche volk bepaaldelik uitzingen, en de man die het doet, is de uitzinger. En iemand, die gewoonlik met dat uitzingen belast werd, kon al spoedig den toenaam Uitzinger van zyne makkers hebben bekomen. Later kan die by- of toenaam gereedelik in eenen vasten geslachtsnaam overgegaan zijn.

Aan eenige nederlandsche gouspraken, bepaaldelik aan de frankische in 't algemeen, aan de hollandsche in het byzonder, is eigen dat men de slot-n der woorden in d'uitspraak achter wege laat. De gerekte en lymige uitspraak aan de meeste byzonder-hollandsche gouspraken eigen, vindt men afgebeeld in den geslachtsnaam Van Mouwerik.

De volgende geslachtsnamen, allen in Groningerland inheemsch, mogen als voorbeelden der sema-namen gelden: Ausema, Bansema, Brondsema . Deze namen zijn allen patronymika van oud-germaansche, grootendeels bepaaldelik oud-friesche mansvóórnamen. Maar van Ilpsema is de oorsprong my duister. Franssema is van Frans afgeleid, dat weêr eene verkorting is van den kerkeliken naam Franciscus.

In de noordelike Nederlanden, en wel bepaaldelik onder de Protestantsche bevolking, komen ze hooftsakelik voor byna uitsluitend. De oorzaak van dit verschijnsel is gelegen in de omstandigheid dat het vooral de predikanten der Herformden waren, in de 16de en 17de eeu, die hunne namen zoo verlatynschten en vergriekschten, en die deze namen aan hunne kinderen nalieten.

Onder deze mans-namen, waarvan er velen eigen zijn aan de zuidelike, bepaaldelik aan de brabantsche gewesten, zijn er niet weinigen, waarvan my de beteekenis min of meer duister is. Als zoodanigen noem ik: Wittemans, Geloudemans, Mortelmans, enz.

Van daar dat mansvóórnamen, die bepaaldelik in de friesche en saksische streken van ons land in zwang zijn of waren, ook niet als wortelnamen van deze geslachtsnamen voorkomen. Maar integendeel zijn dat juist zulke mansnamen als bepaaldelik in Holland en Zeeland gebruikelik zijn. Met ééne uitzondering Jarigse, een geslachtsnaam die aan den frieschen mansvóórnaam Jarich ontleend is.

Hy vond daar in de woorden Böttcher en Büttner, en vertaalde die door kuiper. Maar het woord vieo, waar viëtor rechtstreeks van afgeleid is, heeft bepaaldelik de beteekenis van vlechten. Viëtor is dus eigenlik de Vlechter. In anders nog al goede Latynsch-Hoogduitsche Lexica, b. v. die van Freund en van Klotz, vindt men nog dit woord vietor = Böttcher, Büttner, dat is kuiper.

Nu is het wel waar dat de friesche volksaard zeer sterk spreekt, zóó sterk dat ook de Joden in Friesland zich aan den infloed daarvan niet kunnen onttrekken dat ook zy door spraak, kleeding en andere zaken als bepaaldelik friesche Joden zich onderscheiden van de Israëliten in andere nederlandsche gewesten.

Daarin toch heeft het woord »mikmak" de beteekenis van oneenigheid, twist, ruzie. Eene derde onderafdeeling van deze byzondere groep van geslachtsnamen omvat zulke namen die uit woorden bestaan, welke zaken van meer onverschilligen aard, niet bepaaldelik goeden of slechten, aanduiden.