Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 10 juli 2025


Aan dit gedeelte der kap waren de belletjes bevestigd, die bij den aard van zijn hoofdsieraad, en de half domme, half schrandere uitdrukking van zijn gelaat, genoegzaam aanduidden, dat hij tot die narren of potsenmakers behoorde, welke in de woningen der rijken gehouden werden, om de verveling van de langdurige uren te verkorten, welke men verplicht was binnenshuis door te brengen.

Tegenover de graven der koningen zaten eenige vrouwen aan den weg. Zij hadden een kind bij zich, en zoodra het de reizigers zag, klapte het in de handjes en riep: Kijk, kijk, wat mooie belletjes! Wat groote kameelen! De belletjes waren van zilver, de kameelen, zooals wij weten, buitengewoon groot en wit.

Dezelfde personen kwamen later weer zwemmend naar de schepen, waar wij waren, en brachten ons papegaaien, katoenen garen, werpspiesen en vele andere dingen, die zij tegen belletjes en koralen verruilden. Kortom, zij gaven goedwillig al wat zij hadden; maar 't kwam mij voor, dat zij anders heel arm waren, en ook liepen zij heelemaal naakt."

Al de vrouwen wilden nu volstrekt ook zulk een klokkenspel aan haar neus hebben; en wij zagen ons gedwongen, aan ieder een paar belletjes te geven, die zij onmiddellijk door haar neusgaten staken. Zij gingen nu allen te gelijk aan het schudden met haar hoofd; doch moesten die oefening weldra staken, daar zij anders gevaar liepen een stijven nek te krijgen.

Het haar wordt opgestoken, met een zwart bandje vastgebonden, dat van boven het voorhoofd tot onder het achterhoofd gaat. Daarover komt de zwarte ondermuts, daarover de witte gehaakte of gebreide ondermuts, die plat tegen het hoofd aanligt, en niet uitsteekt. Het type is bijna hetzelfde. Oorijzer en belletjes worden niet gedragen.

Terwijl Don Quichot zulke goelijke en vriendelijke woorden sprak, wilde het toeval, dat de paljas van het gezelschap, die wat achter was gebleven, aankwam. Hij was als hansworst gekleed, met belletjes behangen en had op het hoofd een zotskap en in de hand een stok, aan 't eind waarvan drie groote, met erwten gevulde koeblazen hingen.

Zijn lederen kapje was met een pluim versierd, en gouden belletjes rinkelden aan zijn blauwe pooten; hij zat stil en recht op zijns meesters arm, terwijl het paard draafde, en de landschappen wisselden.

Inderdaad: de heer Couperus is tusschen twee geeuwen van verveling en onmacht aan het spelletje van belletjes blazen gegaan, weliswaar niet uit 'n Goudsche pijp, zooals kinderen dat doen, doch met een heel kunstig in elkaar gezet toestel. Maar toch, dat maakt geen werkelijk verschil.... Doch wilt ge nòg een spel, maar althans een edeler spel van hem zien? Sla dan Groot-Nederland van Maart op.

Woord Van De Dag

galoppeer

Anderen Op Zoek