Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 juli 2025


Maar toen dit incident voorbij was, werd het dorp zo eenzaam of er geen ziel meer in leefde. De morgen, de middag, de ganse dag liep aldus voorbij, en eerst toen de laatste postwagen van Bavel op de dorpsplaats aankwam, de heren Potvlieghe, Spittael en De Vreught huiswaarts brengend, stonden hen een twintigtal personen af te wachten. Die heren wisten echter weinig te vertellen.

Toen begreep de rampzalige Massijn dat hij zijn heerlijk plan bepaald moest opgeven. Op zijn dringend verzoek kwamen moeder Massijn en Fietje bevend terug in de kamer, en een korte beraadslaging werd gehouden. Het was vier uur; indien men spoed maakte kon men te Bavel de trein van vijf nog halen en dan zouden de prinsen ook vóór de avond te Amertinge nog terug zijn.

Drie maanden later, toen Massijn reeds lang, ver van verwanten en vrienden in den vreemde begraven lag, en zelfs in zijn geboortedorpje begon vergeten te worden, kwam op een morgen, met de postwagen van Bavel, een lijvige koffer bij de weduwe Massijn aan. Die koffer bevatte de kleren en andere voorwerpen die aan haar overleden zoon toebehoord hadden.

En in de afwachting op Massijns terugkomst wat, volgens Fietje, met de laatste trein en dus ook met de postwagen, die om dat uur van Bavel naar Akspoele rijdt, zou plaatshebben, vertelden de dorpelingen aan elkaar wat het zoal was in Congoland te leven.

Dáár, aan het uiteinde van de straat, komend in het dorp langs de weg van het station Bavel, naderde met rasse tred, vergezeld van een joelende bende knapen en meisjes, een groep van drie personen. Hij, die in het midden liep, werd dadelijk herkend. Het was Massijn, Fortuné Massijn, de klerk van notaris Potvlieghe.

Elke morgen ondervroeg meester De Vreught met verbazing en bijna met wantrouwen, of hij de man van plichtsverzuim verdacht, de brievenbesteller van Bavel, die ook de dienst van Akspoele deed. Nog niets'... nóg niets!

De zondag vijftien juni zagen de, in een drukke schaar op de dorpsplaats vergaderde, inwoners van Akspoele, een groep van vier personen uit de postwagen van Bavel stijgen: eerst Massijn, in groot officieel uniform; daarna een jongeling van een dertigtal jaren, lang en mager, geheel in 't zwart gekleed, met een geelblonde baard en lichtblauwe ogen en 'last not least' twee negers, en wel de beide prinsen Albert Badoe en Boudewijn Soera, beiden aanzienlijk gegroeid sinds het vorig jaar, en ditmaal beiden gekleed met een lange pantalon en een rond zwart hoedje, gelijk echte Europeanen.

Onheilspellende spotgeluiden begonnen zich toch hier en daar te laten horen; Blink, die met de stoet meeging, riep onbeschroomd dat de man geen echt Afrika-reiziger was. Alleen het reusachtige valies, dat door een bediende van het station Bavel op de rug gedragen werd, boezemde nog eerbied in.

De littekens zijn nog zichtbaar op mijn dijen, is 't niet waar vrouw? vroeg hij, zich omkerend tot zijn wederhelft, die, ernstig met het hoofd knikte, om te bevestigen dat hij de loutere waarheid zei. Maar het sloeg acht op de toren en de groep ging uit elkaar, om andere groepen te volgen naar de dorpsplaats, waar de postwagen van Bavel elk ogenblik verwacht werd.

Toen sprong hij op de postwagen, nam te Bavel de trein voor Gent of voor Brussel en keerde 's avonds terug, overladen met pakken en valiezen, de handen en zakken vol dingen, die in hun veelsoortigheid niet te noemen waren.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek