Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 3 juni 2025


Ik keek er naar hoe de bergwanden geleidelijk lager werden, tot ze, heel ver, overgingen in de vlakte. Weer begon de duisternis geheimzinnig naar boven te kruipen uit de aarde, zooals ik dat zoo dikwijls gezien had. Bevreesd en bangelijk lag 't laatste licht van den dag op den berg, de spleet was vol duisternis, een rood licht was opgetrokken aan een paal aan de spoorlijn.

Hier en daar werd nog haastig een kelder met aarde en assche toegestampt, bangelijk en geniepig. De winkelramen waren dicht gemaakt met geel houten planken, andere die haastig nog de luiken voor kregen. Het was tragisch die stad te zien liggen in de angstige verwachting van hetgeen te gebeuren stond.

Maar Goethe wist ook, dat waar twee zich vinden in 't kamerkijn, de waereld breed en wijd voor hunner liefde gloorie kan verzwinden met al haar heerlijkheid. En voor een gouden woord van Dante's lippen een juubel-klinken uit Hebreeër-psalm zien we¯al ons bangelijk getob verglippen als spook voor klokkengalm.

Wij zijn bewegelijk, weerbarstig, ergdenkend, kleingeestig en bangelijk; daarom betwijfel ik zeer of ons gezelschap niet te spoedig, indien wij geen anderen gids dan den onze nemen, uiteen gaat en met minder eer dan hier vereischte is. En daarom is het goed zich hierbij te bezinnen, voor wij beginnen.

Ze merkten 't gelukkig niet op, al die menschen, hoe stil en gedrukt ze er bijstond..., ze hadden weer ieder z'n eigen gedachten, stemming en plannen.... Alleen Louis..., hem viel het weer tegen.... Zou iedere maagdelijke bruid zoo schuchter, zoo saai, zoo bangelijk doen?... Enfin! het duurde niet lang meer!... Hij bleef zacht, galant en voorkomend met haar, sprak over het stuk, vertelde anecdotes over de acteurs om haar aangenaam bezig te houden; totdat ze de zaal ingingen, en 't stuk begon....

Zijn heele gedragslijn in die dingen was typisch, kenschetsend voor zijn aard en sociaal-psychologisch wezen: behoedzaam, bijna bangelijk voorzichtig tegenover het gezag, en toch fier en waardig, juist als een kleinburger doet.

"Trees ... hoeveel hebt g' er afgenomen?... Met trillende stem bekende ze vijffrank verteerd te hebben ... Er moest meer zijn, meer ... zei Geerten weer, hardnekkig ... Dan, na kort bedenken, brusk: Van wanneer hebt ge 't geld in huis?... Toen vertelde ze met kort-uitgestooten woorden, nog bangelijk ...

Stil zat voor me, toen ik mijn palet neêrlag, mijn poes met ingezakten rug, met de bekkenschonkjes en schouderplaten stekend door het vel, tot een bangelijk hoopje saâmgehurkt in het mousselien van het stoelkussen. Ze had de pootjes opgetrokken, weggeborgen onder het haarvel en de staart als kouwelijk om zich getrokken.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek