Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 21 mei 2025
Deze reiziger slaagde er in, een jongen levenden Aï-aï te verwerven, en besloot, hem aan den Parijschen "Jardin des plantes" te schenken. Ongelukkig stierf dit exemplaar, voordat het in Europa was aangekomen; zijn vel en zijn geraamte werden echter aan de verzameling van de genoemde inrichting toegevoegd; het bleek toen, dat het nieuwe dier tot de door Sonnerat ontdekte soort behoorde.
Een kleine schotel vol hiervan is voldoende voor één dag. Bij het eten maakt de Aï-aï van zijne beide handen gebruik: hiermede werpt hij zich de vloeibare spijs in den mond. Vleeschkost heeft hij tot dusver hardnekkig versmaad; of men getracht heeft, hem ook aan andere voedingsmiddelen te gewennen, weet ik niet.
De Aï-aï, die eenige jaren lang te Londen heeft geleefd, heb ik leeren kennen; ongelukkig was de duur van mijn verblijf aldaar zoo kort, dat ik slechts één avond aan dit dier kon wijden. Deze tijd was echter voldoende om mij te doen inzien, dat de beschrijving van Sonnerat niet alleen aanvulling, maar ook verbetering eischt.
Gedurende meer dan 60 jaren bleef de door Sonnerat naar Europa gebrachte Aï-aï de eenige, dien men kende, en was de in het jaar 1782 opgemaakte beschrijving van dit zeldzame dier, de eenige bron voor de kennis hiervan. Men dacht er reeds aan, het als uitgestorven te beschouwen, toen in 1844 De Castelle opnieuw berichten over dit wezen gaf.
Als de waarnemingen van Sonnerat juist geweest zijn, heeft hij met een bijzonder goedaardigen Aï-aï te doen gehad. Die, welke ik zag, was niets minder dan zachtmoedig, integendeel, zeer prikkelbaar en ongezellig.
Aan deze in 't jaar 1863 geschreven opmerkingen wil ik Pollen's later openbaar gemaakte mededeelingen toevoegen, vooral omdat zij onze kennis van het leven van den Aï-aï in de vrije natuur aanvullen. "Dit in wetenschappelijk opzicht zoo belangrijk dier," zegt de genoemde onderzoeker, "bewoont bij voorkeur de bamboesbosschen van het groote eiland.
Voor den deskundige, die dit dier levend voor zich ziet, kan er geen twijfel aan bestaan, dat hij hier een echten nachtwandelaar voor zich heeft. De Aï-aï is lichtschuwer dan eenig mij bekend Zoogdier.
Een Nachtaap kan nog wakker gemaakt worden, waggelt rond, kijkt verwonderd naar de hem onbekende wereld vol zonneschijn en warmte, luistert met belangstelling naar het gonzen van een Insect, lekt en poetst zich: de Aï-aï daarentegen schijnt overdag, als men hem met veel moeite wakker geschud heeft, volkomen bewusteloos te zijn.
Een van deze kwam gelukkig levend, het andere als spiritus-preparaat op de plaats van bestemming. Eenigen tijd daarna werden nog meer exemplaren overgezonden, waarvan drie voor het Berlijnsche museum. Nu eerst konden de dierkundigen de verwantschap van den Aï-aï met zekerheid bepalen en hem een plaats in het stelsel aanwijzen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek