Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 1 oktober 2025


Voldoende is, als hij wist met een minderjarige te doen te hebben, dolus eventualis in dit opzet begrepen. Zooals uit hetgeen ik zooeven zeide, blijkt, kan ik mij hiermede niet vereenigen. Hieruit volgt zijn wil het strafbare feit te plegen; de lagere leeftijden, die de artt. 379 en 380 stellen, zijn als objectief verzwarende omstandigheden aan te merken.

Er wordt in de 3 verklaringen resp. in de artt. 1, 1 en 2 gesproken van "vrouwen en meisjes, welke tegen haar wil er toe gebracht mochten zijn zich in het andere land aan ontucht over te geven." De woorden "tegen haar wil" "contre leur volonté" bezorgen velen moeilijkheid.

De blanke slavinnenhandelaar kan dus volgens het Belgische recht naar gelang van de omstandigheden hetzij als dader van hetzij als medeplichtige aan 't misdrijf van 379 en 380 C. P. B. gestraft worden, mits de overige vereischten door deze artt. gevorderd, aanwezig zijn.

De desbetreffende bepalingen vindt men in de artt. 5 en 6 Conventie 1908, welke beide artikelen nu nog een oogenblik afzonderlijk besproken dienen te worden. Artikel 5 is als volgt geredigeerd: Zij die tot een der landen van het Verbond behooren, en hunne werken voor de eerste maal publiceeren in een ander Verbondsland, hebben in laatstgenoemd land dezelfde rechten als de inlandsche auteurs.

De misdrijven, in de artt. 12 en 13 bedoeld, worden niet vervolgd, dan op klachte van hem, tegen wien zij gepleegd zijn. Gaan die misdrijven gepaard met een volgens het Wetboek van Strafrecht strafbaar bedrog, dan gelden omtrent dit laatste de algemeene regelen ten aanzien der strafvervolging. Artikel 15

De artt. 5, 6 en 7 uit de verklaring met Duitschland zijn bepalingen, die niet voorkomen in de andere 2 internationale schikkingen. De briefwisseling betrekkelijk de terugzending, het gevolg zijnde van de kennisgeving in art. 4 bedoeld, wordt volgens art. 5 tusschen de overheden der beide landen rechtstreeks gevoerd.

Deze wet, den 1sten Januari 1882 in werking getreden, is nu nog ongewijzigd van kracht; alleen de artt. 18-20, die de strafbepalingen inhielden, werden door de Invoeringswet van het Wetboek van Strafrecht naar laatstgenoemd wetboek overgebracht, waarvan zij de artt. 349 bis, ter en quater zijn geworden. Zoowel in de M. v. T. als in de M. v.

Uitgave in het land zelf zou dus hier tengevolge hebben verlies van het auteursrecht, terwijl in het eerstgenoemde geval door de uitgave in het buitenland het auteursrecht alhier zou ontstaan! De slotsom, waartoe de voorafgaande beschouwingen leiden, is de volgende. Ons land kan dus lid worden van het Verbond met bepalingen in hare wetgeving als die van de artt. 10 en 27 W. A. R. en 7 en 19 Ontw.

In de tweede plaats kan dit het geval zijn, wanneer een staat, die eerst krachtens een van de artt. 25, 26 of 27 bedongen had op een of meer punten door de oude verdragsbepalingen van 1886 of 1896 gebonden te zijn, hiervan afstand doet. Ook dit brengt natuurlijk een nieuwen rechtstoestand teweeg voor de werken uit dat land in de andere Verbondslanden.

Als eenige rechtsgrond werd in het vonnis aangegeven: "Gezien de artt. 30 en 33 van het Reglement op de administratie der kerkelijke fondsen en de kosten van eeredienst der Hervormde Gemeenten in de Provincie Noord Brabant." De som was zoo klein, dat geen hooger beroep kon aangeteekend worden.

Woord Van De Dag

bedrijfsjaar

Anderen Op Zoek