Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 13 mei 2025
Onze tegenwoordige kruipende dieren zijn dwergen in vergelijking met de dieren dier oude tijden! Die koningen der Jurazeeën bewoonden de groote zeeën, hunne ledematen, vier in getal, en afgeplat als roeiriemen, waren als het ware voor het zwemmen geschapen; hun dikke ineengedrongen staart diende hun tot roer.
Zij zijn cirkelvormig, afgeplat, hebben eene middellijn van vijf tot zes inches, en eene opening in het midden. Algemeen heeft men ondersteld, dat zij als knoppen van knuppels werden gebruikt, al schijnt hun vorm ook geenszins voor dat doel geschikt te wezen.
Dit orgaan, Plaat V No. 58, is een holle spier, van peervormige gedaante, aan de voor- en achterzijde een weinig afgeplat. De baarmoeder ligt in het kleine bekken tusschen den endeldarm en de pisblaas. Het vormt een fleschvormig driehoekig kanaal, dat van boven het wijdst is. Na bevallingen krijgt deze opening vele inscheuringen en wordt onregelmatig van vorm.
De Watersnippen, de Bécassines der Franschen en Duitschers (Gallinago), onderscheiden zich van de leden van het vorige geslacht door het afgeplat zijn van de snavelspits; het onderbeen is boven het spronggewricht zoowel van voren als van achteren onbevederd; de nagel van den achterteen is gekromd en steekt voorbij den teen uit; de staart bevat 12
De voet is aan de buikzijde afgeplat en dient om te kruipen. De mantel is gewoonlijk klein en bedekt slechts de rugzijde des diers, doorgaans slechts een deel daarvan.
De hoornen zijn meer of minder afgeplat of cilindervormig, ver naar achteren op de grens tusschen voorhoofd en achterhoofd aangehecht, gedurende de jeugd naar achteren, op latere leeftijd zijwaarts gericht.
Deze klauwen zijn zeer dun, en met de fijnste tanden bezet, die naar achteren zijn gericht; hunne gebogen einden zijn afgeplat, en op dit gedeelte bevinden zich vijf zeer kleine bekervormige organen, die schijnen te werken evenals de zuigers op de armen van den inktvisch.
Het was een viervoetig dier, een teentreder en met vier vingers aan vóór- en achterpooten. Zijne tanden, die over de geheele kaken verspreid waren, toonen aan, dat het een grasetend dier was. Het miste alle aanvals- of verdedigingswapenen. De kop was 1,18 meters lang. Het dier is van boven naar beneden sterk afgeplat en heeft van boven gezien veel overeenkomst in vorm met den ornithorhynchus.
Hun lichaam is forsch gebouwd, de kop betrekkelijk groot, het voorhoofd hoog, de snavel recht, bijna zoo lang als de kop, korter dan de loop, kegelvormig, aan de spits een weinig naar boven gebogen en stomp, maar niet verdikt, op den rug afgeplat, geheel met een harde huid bedekt; de neusgaten zijn aan den snavelwortel gelegen; in de lange, spitse vleugels is de eerste handpen de langste; de ternauwernood middelmatig lange staart is uit 12 pennen samengesteld; de voorteenen zijn niet verbonden, de achterteen is klein en hoog aangehecht; het vederenkleed is goed voorzien, maar glad aanliggend en onderscheidt zich door levendige kleuren; de schouderveeren zijn sterk verlengd.
Juist zulk een vorm vinden wij in de Groote Pyramide, daar de zijden zóó georiënteerd zijn dat zij oorspronkelijk tegenover de kardinale punten stonden, en haar top zoodanig was afgeplat dat de zon één dag in het jaar 'met al haar stralen' er op rust, zoodat het bouwwerk 'zijn eigen schaduw verslindt'.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek