Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 3 juni 2025


"De Indiërs," zoo verhaalt ons reeds Aelianus, "bieden hun koning tweeërlei Runderen aan: een van deze kan zeer snel loopen, de andere is zeer wild. Hun kleur is zwart, de staart echter, die voor het verdrijven van de Vliegen dient, heeft een schitterend witte kleur.

Het is nagenoeg zeker, dat de Ratten die tegenwoordig in Europa gevonden worden, hier oorspronkelijk niet inheemsch waren, maar van elders zijn gekomen. Bij de schrijvers der oudheid komt slechts één enkel bericht voor, dat op Ratten betrekking kan hebben. Welke soort Amyntas bedoeld heeft in zijn door Aelianus aangehaalde mededeeling, is nog niet uitgemaakt.

Dit dier bewoont Vóór-Indië en Ceylon, bij voorkeur heuvelachtige gewesten; het komt echter nergens talrijk voor. Reeds Aelianus bericht, dat er in Indië een dier voorkomt, dat er als een Landkrokodil uitziet.

Manetho brengt de vereering van den Apis tot Kaiekhos, een koning der 2e dynastie terug; deze maakte een uitgelezen stier, Hap, tot god: Aelianus echter schrijft deze daad aan Mena, den eersten historischen koning van Egypte, toe. Veel van onze kennis aangaande dezen cultus stamt uit Grieksche bronnen.

Aelianus daarentegen beweert, dat het onverzeld op de slangenjacht gaat, maar listig genoeg is, om zich uit voorzorg in het slijk te wentelen en de slijkkorst in de zon te laten drogen, om een pantser te verkrijgen, dat zijn lichaam tegen zijn vijand beschut, terwijl het den snuit tegen beten beveiligt door er den staart voor te houden.

Plutarchus hield het met den ezel; Aelianus was van hetzelfde gevoelen, maar met de nadere bepaling dat hier alleen van skythische ezels sprake kon zijn; Pausanias heeft alleen van het paard hooren spreken; Plinius zou aan de muilezelin de voorkeur geven; Vitruvius aan den muilezel: nog eens, het is schier onbegrijpelijk, hoe ernstige zeer ontwikkelde mannen zich met dergelijke kinderachtigheden kunnen bezig houden.

Het is wel mogelijk, dat Megasthenes en Aelianus den Doejong bedoelen, als zij wezens beschrijven, die in den Indischen oceaan leven en op vrouwen gelijken; het lijdt geen twijfel, dat de "Meermin", die door den Portugeeschen arts Bosquez ontleed werd, of de "Meermannen" en "Meerwijven" waarvan de Hollandsche schrijver Valentijn uitvoerige verhalen doet, onzen Doejong waren; al deze beschrijvingen zijn echter zoo onnauwkeurig, dat zij onze bekendheid met dit dier niet konden uitbreiden.

Het dier, waarop in dit bericht van Aelianus gedoeld wordt, is Yak (Bos grunniens), die men ook wel Knorbuffel noemt. Zijn romp is krachtig gebouwd; de matig groote, zeer breede kop, neemt van het lange en platte voorhoofd tot den knotsvormigen snuit gelijkmatig in dikte en breedte af; de oogen zijn klein en hebben een onnoozele uitdrukking; de ooren zijn klein en afgerond. De hoornen zijn achter aan den kop aan weerszijden van de voorhoofdslijst gezeten, van boven naar onderen samengedrukt, aan de voorzijde rond, aan de achterzijde tot een kant versmald, eerst zijwaarts, naar achteren en naar buiten, daarna weder naar voren en naar boven, en eindelijk met de spits naar buiten en naar achteren gericht. De hals is kort en stijfnekkig; de ruglijn, die eenige golvingen vertoont, daalt tot aan den staartwortel langzaam af; de staart is lang en met een ruigen, tot op den bodem reikenden kwast versierd. Het haarkleed bestaat over 't algemeen uit fijne en lange haren, die dikwijls het geheele aangezicht bedekken, zich aan de schouders en langs beide zijden verlengen tot steil naar onderen hangende, op een gordijn gelijkende, zacht golvende manen. De volwassen dieren hebben een fraaie donkerzwarte kleur, die op den rug en aan de zijden een bruinachtige tint vertoont; de haren om den bek zijn grijsachtig; langs den rug loopt een zilvergrijze streep. De totale lengte van volwassen stieren bedraagt 4.25, de hoogte van den bult tusschen de schouders 1.9 M.; de hoornen zijn 80

De Delta was de woonplaats van den Egyptischen leeuw en het voornaamste middelpunt van zijn vereering was de stad Leontopolis, in het Noordelijk deel der Delta en hier werden, volgens Aelianus, de heilige dieren met gedoode dieren gevoed en soms werd een levend kalf in hun hol geworpen, om hun het genoegen te schenken, het te kunnen dooden.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek