Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 5 juni 2025
In de badkamers, de W. C., de gelegenheden waar de lunch gebruikt wordt, overal heerscht de uiterste zindelijkheid en met zware boete wordt elkeen gestraft, die met lippen of tong een sigaar aanraakt of die iets anders voor de bevestiging van het dekblad gebruikt dan het daarvoor bestemde vocht.
Hij moet er ook op letten, dat de boom bij het op de aarde vallen geen takken aanraakt van een nabijstaanden boom, anders zou meer dan waarschijnlijk de voorspoed van het huis in het komend jaar worden verstoord. De stam van den boom wordt nu in drie blokken gehakt, waarvan het eene wat langer is dan de beide andere.
Dit blijkt het duidelijkst aan de snorharen; als men een daarvan, hoe zachtjes ook, aanraakt, zal men zien, dat de Kat dadelijk den kop terugtrekt. Het tastgevoel zetelt bovendien, hoewel in mindere mate, in de zachte kussens onder de teenen. Het gezichtszintuig is uitmuntend.
Die, welke al oud waren, toen zij gevangen werden, zijn in den beginne nog al wild en schreeuwen reeds bij de geringste toenadering; het duurt vrij lang, voordat zij dulden, dat men ze aanraakt.
Zij drukt op de vrouw, dat wil zeggen op de bevalligheid, op de zwakheid, op de schoonheid, op het moederschap. Gewis, een diepe schande voor den man! Op het punt, waar wij met dit smartelijk drama zijn gekomen, is Fantine niets meer overgebleven van 't geen zij vroeger was. Door zich tot slijk te verlagen is zij tot marmer versteend: wie haar aanraakt, huivert.
Hy leeft alleenlyk in zoet water. Zommigen geeven hem niet meer dan drie voeten lengte, anderen beweeren, dat hy vier of vyf maaien zoo lang is. Wanneer men hem, het zy met de hand, het zy met een metaal stokje, of met een hard stuk hout aanraakt, verwekt hy eene beweging, waar van de uitwerking dezelfde is, als die der electriciteit. Dr.
Men zegt, en het is in het volksgeloof bewaard gebleven: waar de regenboog de aarde aanraakt, daar ligt een schat begraven, een gouden schat; en hier lag er een; niemand, behalve zijn moeder, dacht aan den kleinen tamboer, en daarom droomde zij van hem. De dagen gingen voorbij, in het leven zoowel als in de droomen! Geen haar op zijn hoofd was er gekrenkt geworden. «Rom, bom, bom! Rom, bom, bom!
De bevedering van de zeer lange, krachtige pooten houdt ver boven het spronggewricht op; de voet bestaat uit een langen loop en vier teenen; de korte achterteen is zoo hoog aangehecht, dat hij bij 't gaan den grond slechts met de spits aanraakt; de buitenste en de middelste voorteen zijn verbonden door een dik spanvlies, dat zich tot aan het eerste gewricht uitstrekt; de klauwen zijn kort, flauw gebogen en stompkantig.
Zij zullen allen een ijzingwekkenden dood sterven, en niet een der hunnen zal de sterren van morgenavond aan den hemel aanschouwen! Neemt onze dooden op, en neemt de paarden en de wapenen der bleekgezichten. Wij moeten terugkeeren." "Wie moet het wondergeweer van den blanken jager aanraken?" vroeg er een. "Dat gaat vanzelf af, en doodt hem, die het aanraakt, en nog vele anderen bovendien."
Maar neen! zij schamen zich niet de menschelijkheid zou er tegen opkomen: de liefde ziet hem, dien zij heeft liefgehad, nog in zijn lijk; beminnelijke liefde! Men strekt u eerbaar en voorzichtig uit. Zoo men u aanraakt, om te voelen of gij reeds koud, en hoe koud! gij zijt, men doet het met eene zachtheid alsof gij sliept, alsof men schroomde u wakker te maken!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek