United States or Austria ? Vote for the TOP Country of the Week !


Halt! dat is zoo niet. Ze kwellen, ja ze folteren hem, al zullen ze het vast genomen besluit niet meer doen wankelen. Wat hem hindert bovenal, 't is de koelheid waarmede dat anders zoo aanminnige vrouwtje hem nu bejegent. Maar Eva heeft toch reden ook.

En nu sluit Kreel achter hen de deur, die niet weer voor hen zal opengaan, aleer zij, van het aanminnige volkje, dat zij thans zijn, tot zwaarlijvige matrones zullen zijn uitgegroeid. Deze deur, die zich aan de achterzij van het kot bevindt, verzekerd hebbende, gaat mijn kameraad Kreel met de ellebogen over het half-hooge schot hangen, dat het varkenshok aan den voorkant afpaalt.

Keer op keer komt ons het droef gerucht ter oore van weer een jongen man, een jonge vrouw, van wie men hoort, »dat ze weg zijn«; »dat het met hen uit is«; dat ze zedelijk vernietigd zijn; dat ze als zedelijke karakters niet meer meêtellen. Zulke personen waren eens aanminnige kinderen, die dartel speelden op moeders schoot. Glans blonk in hun oog. In hun hart waakte edeler besef op.

"Gij hebt uw Rocinante maar aan te sporen en den weg op te rijden, om uwe aanminnige Dulcinea te zien. Zij komt daar met twee van hare hofdames aandraven, om u een bezoek te brengen." "Wat zegt gij daar?" riep Don Quichot half verschrikt. "Hoed u, hoed u, Sancho, mij opzettelijk te misleiden, om door eene bedrieglijke boodschap mijne diepe treurigheid in een snel vervliegend geluk te verkeeren."

Op lateren leeftijd gevangen Vogels zijn in de kooi zeer druk en angstig, weigeren dikwijls het voedsel en fladderen tegen de traliën, totdat zij van uitputting sterven; er zijn echter uitzonderingen op dezen regel. De getemde IJsvogel is, wanneer hij een voor hem geschikte verblijfplaats bewoont, een aanminnige huisgenoot.

Doch verstandige Geestelijken moesten mijns bedunkens niet dulden, dat men door het plaatsen van gedrogtelijke poppen, aanleiding gaf tot spotternij; hier onder behooren ook die gekroonde met allerlei stoffen behangen, en wonderlijk opgeschikte lieve vrouwenbeelden; immers deze beeldtenis is geheel niet overeenkomstig de geschiedenis, maar behoorde eene aanminnige en teedere moeder, in een zedig gewaad te verbeelden, en zulk een beeld natuurlijk gemaakt, best van wit marmer of hout, het marmer na bootsende, moet ieder een van welke Godsdienstige begrippen hij ook zijn moge, natuurlijker wijze met genoegen zien.