Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 6 oktober 2025


In 1837 had Hendrik Conscience zijn eerste roman, In 't Wonderjaer, gepubliceerd, en wel in het "Vlaemsch" wat toen zonder meer een politieke daad was. In datzelfde jaar verdiepte hij zich in een toen zeer actuele geschiedenis: de slag der gulden sporen. Conscience is dan 26 jaar en geniet op slag een niet meer geëvenaarde populaire bijval. Het geheim van zijn succes?

Daar schrijft mijnheer Van Toulon met zooveel woorden in: "Gezien hebbende de missive van den burgemeester van Bunschoten van 10 Mei 1837, houdende dat de veldwachter zijner gemeente geweigerd heeft aan zijne bevelen te voldoen.... heeft goedgevonden en verstaan den persoon van Dirk Koelewijn uit zijne betrekking als veldwachter te ontslaan."

Wèl-voldaan over haar uitstapje keerde ze den volgenden morgen huiswaarts. Nauwelijks was ook in dit gedeelte van ons land door de Afgescheidenen godsdienstoefening op het water gehouden; 't geen in andere provinciën reeds vroeger geschied was ; of de burgemeester van Bunschoten ontving de volgende aanschrijving: "No. 901. Kabinet. Utrecht 12 Mei 1837.

Door een zamenloop van omstandigheden waren evenwel deze regelen in den jare 1837 nog niet te Maints bekend, en in deze gelukkige onwetendheid hebben onze Duitsche naburen met opgewondenheid het Gutenbergsfeest gevierd.

Middelburg, 2 January 1837. De verbazing der vrienden was niet zoo groot als hun verontwaardiging. De meesten hunner wisten zelf reeds dergelijke staaltjes van verdraagzaamheid; maar men was niet gewend aan zulke ruiterlijke verklaringen van de vijandschap. Mevrouw Karper nam zich voor deze zaak niet te vergeten.

Volgens den Gelderschen Volksalm. van 1837, bl. 106 plaatsten de jongelieden op Pinksterdag een strooman, potsierlijk uitgedost, op een kar en reden het dorp rond. 's Nachts krijgen de meisjes, "die zich zoo taai als leêr houden, of van vrijers veranderen als van handschoenen", dien strooman op het dak; soms wordt hij ook aan den hooiberg bevestigd.

De verhalen van zijn vader, zijn eigen gewaarwordingen en wat nog dagelijks gebeurde wat er b.v. "bij den Oever" in 1837 voorviel zijn in verscheidene verhalen weergegeven. Zijn beste werk is daarom misschien "De Loteling." Het herinnert aan zijn eigen wedervaren op de heide, wanneer hij ziekelijk rond zwierf, en aan de menschen, die hij er ontmoette.

Twee oorzaken hebben tot den achteruitgang bijgedragen, namelijk de overstroomingen en de branden van 1837; binnen den tijd van zes weken lieten die beide rampen betreurenswaardige sporen achter.

Ik herhaal hier den wensch, dat de Levens dezer Vorsten eenmaal naauwkeurig mogen worden opgemaakt, vooral uit die groote verzameling stukken, uitmakende het Archief dier Stadhouders, welke ik in 1837 heb opgespoord in het Rijks-Archief en Huis-Archief des Konings, volgens mijn berigt in de Vrije Fries, II 18. Het Hof Provinciaal.

Wilson, die tegen het vallen van den avond van den Girnar daalde, de opschriften, nog steeds onontcijferbaar geacht, ofschoon ze reeds de aandacht van de geleerde wereld hadden getrokken. Hij liet er afdrukken van nemen in 1837 en trachtte tot het begrip er van te komen, maar Prinsep was hem in 1838 voor met het vinden van den sleutel tot het nieuwe letterschrift.

Woord Van De Dag

bedrijfsjaar

Anderen Op Zoek