United States or Palau ? Vote for the TOP Country of the Week !


Niemand hoorde er echter veel naar; het was laat in de nacht en de ridders waren wel moê van den strijd en de Koning ook, maar de princes Ysabele niet, want toen de baroenen en edelvrouwen, na groet voor den Koning, de zale waren uit getogen om ter ruste te gaan, nam Ysabele haar grootvader bij een punt van zijn hermelijnen kraag en zeide, haar hoofdje oprichtende, en de tien wiganten hoorden het wel: Mijn wellieve Grootvader en machtige Prins!

Weet, riep luide Merlijn; dat Clarioen van Noordhumberland vertoornd is op ons allen van Camelot, omdat gij, mijne gezellen, Endi hebt ontzet en wel groote mortorië hebt aangericht onder zijne wiganten!

Alle de ridders en de baroenen schrikten hevig. Maar de Koning riep: Wiganten gij en baroenen! Mijn arm is oud en beeft maar mijn oude kop is nog harde abel! En ik zal uwe prouaetse leiden en ik zal uw heir ordineeren, om mijn vriend, Koning Assentijn van Logres, in zijn burcht van Camelot te ontzetten.

Allen liepen toe met juichen en jubelen om Merlijn te verwellekomen; haastig stapte hij uit; jong was hij nog, nu, tegen den noen en vol jeugdigen zwier groette hij den Koning Assentijn, zeide hem van Koning Arturs liefde maar riep dadelijk daarop: Wellieve heer en en zoete gezellen en valiante wiganten!

Toen, omdat de Koning Assentijn lang en harde wijd gaapte na zoo vermoeienden dag van vele beroeringen om beleg en krijgskans en ongedacht snelle ontzetting zijns burchts tegen zonsondergang, neeg Ysabele voor haar grootvader, die haar kustte op het voorhoofd, neeg zij, als een lelie, voor de tien wiganten, die hoofsch haar groeteden en zij fluisterde tot Gawein en tot Gwinebant, met een zoeten blik tot elk: Hoe het ook loope, mijne lieve wiganten, welken Koning Ysabele ook huwe en waar zij ook koninginne worde, twee ridderen als gij zullen haar immer welkom wezen, zoo gij haar hoofschelijk trouw blijft...

Hunne namen klonken met sonore, Keltische klanken; hunne zielen waren nog meer van twijfel vervuld aan Wonder en Aventuur dan der tien eerste ridderen zielen, maar zij waren, wees des gewes, o lezer, valiante wiganten en onoverwinlijke lioenen en zij zouden Camelot en den Koning, Arture, en hunne zoete vrouwe, de koninginne Guenever, verdedigen, tot den lesten droppel bloede, die vloeide...

Gebleven tot Camelot waren Koning Assentijn en Ysabele, tot troost van Koning Artur... Oorlog dreigde er niet meer met Noordhumberland; tweemalen was Clarioen nu verslagen en hij zoû niet durven meer, zelfs al waren de negen wiganten tot penitentië Rome-waarts.

En werkelijk, daar naderde groot stampeide van rossen en geblikker van wapenen en geschitterstarrel van schilden en daar naderden de tien wiganten, die schenen wel een drom van ridders, zoo zwaar en breed vertoonden zij zich op hunne zware en breed omhoesde rossen.... Gawein, Lancelot, Gwinebant.... Bohort, Hestor, Meleagant.... Acglovael, Ywein, Sagremort en Galehot en achter hen, tusschen zijn baroenen, naderde oude Assentijn, ontzagwekkend de grijsaard te paard en daar achter naderde het leger en de vele vlaggen en wimpels aan de ponioensperen fladderden.

En op een zoeten Meie-morgen de Wereldoorlog zou weldra gedaan zijn; Wereldoorlogen duurden niet langer dan één enkelen winter sprak zoete Guenever zoete Ysabele aan: Mijne wellieve vorstinne en vriendinne, zoudt gij mij, in afwachting onzer wiganten en zegevierende Koningen, jolijt willen doen?

Zij wisten alleen, dat zij tegen een geheel leger strijden zouden, zij met hun tienen slechts, als echte wiganten, die zij waren.