United States or Lithuania ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zoo zult gij, gezel Galehot, zeide Bohort; met Amadijs weder keeren tot Camelot, waar onze heere alleenlijk beidt met de koniginne en met Keye en angstiglijk uit spiedt naar tijdingen. En wij zessen, makkeren, wij gaan die damoselen bevrijden! Wij gaan eindelijk weder damoselen bevrijden! riep Meleagant, juichende blij.

Maar Gawein ordineerde Bohort, Hestor, Meleagant en Galehot en Lancelot ordineerde Sagremort, Ywein, Acglovael en Gwinebant en zij weêrstonden den plotsen drang van zoo vele Noordhumberlandsche baroenen. Bij Sint Michiel, wat waren daar goede zwaarden!

Bohort, dat was de reus met de basstem en Ywein, dat was de tenorelijke stotteraar en naast hen wil ik roemen Acglovael en Sagremort, Gwinebant en Galehot, Didoneel en Mordret, Hestor en Meleagant. En als zij elkander eens riepen of noemden, deze ridders met de sonore namen: Hei, Galehot! Ha, Gwinebant! Hoor bij Gode doch, Sagremort! Held Acglovael! Welkom Meleagant en gij, valiante Hestor!

En de honderd-vijftigste is... Gawein. Gawein?? riepen Hestor en Meleagant. Galehot glimlachte omdat hij al lang geraden had, waar Gawein zoo lange toefde. En toen Lancelot en Gwinebant aan kwamen wandelen, beider arm om malkanders schouderen, lichtte Galehot hen in: Gawein divertiert zich met Morgueine in de Valleie der Ontrouwe Ridderen....

Dddd...aar en was niemand gevangen, in Amoreuse-Garde, stotterde Ywein maar even; en die ddd...amoselen wilden niet en bbb...evrijd worden... Zoo dat wij werkelijk, Gawein, verklaarde, klein maar dapper, Meleagant; geen feloenige ridderen te bekampen meer hadden, wees des gewes, wellieve gezel! Zij kwamen en gingen, de ridderen, legde Hestor het heel eenvoudig uit aan Gawein.

Want als Gawein wederom ter queste tijgt naar dat Scaec, tijgen wij, niet waar, mijne gezellen, tijgen Sagremort, Galehot, Gwinebant en tijgt Lancelot mede naar den burcht der feloenen en der belaagde dampselen, waar die kwade ridders gevangen houden vijf ridderen van Tafel-Ronde: Bohort! Ywein! riep Gwinebant. Acglovael! riep Sagremort. Meleagant! riep Galehot.

Ik dacht wel, dat het Wònder is, zeide Hestor verblind; waarmede Merlijn zijn kasteel zoo doet gloeien! En tooverië, zeide Meleagant; waarmede hij zonder sparen doodt wie zich verwart in zijne felle draden, die liggen verholen tusschen de rozen, serpenten gelijk. Vroô ben ik, dat hij ons vroed maakte van zulke booze hinderlage en dat wij weten den weg tusschen de zoete rozen, lachte Acglovael.

Zij stegen in ijle af, bonden de paarden aan de boomen vast en zetten zich aan den rand van het ravijn rondom Amadijs, die hun vertelde van al dat gebeurd was. Dat Mordret en Didoneel twee feloenen zouden zijn geweest, was hun bijna ondenkbaar, maar nu herinnerden zij zich toch: Nooit ende nie hebben zij eene damosele bevrijd van andere feloenige ridderen, merkte kleine, dappere Meleagant op.

Een draak dooden, onder ons gezegd, is niet zoo roemrijk fayt van wapenen. Het gebeest spuwt tòch vier, God weet!? weifelde Sagremort, brauw gefronst. De reus, Sagremort, zei Galehot; dien gij te eenen werf hebt verslagen, was zekerlijk geweldiger tegenstander dan mijn drie draken waren. Bij den goeden dage! beäamde, klein maar dapper, Meleagant, die ook wel een paar draken gedood had.

En zoo zij daar zaten, stil, zwijgend, te wachten, met de anderen, Lancelot, Bohort en Ywein, Acglovael, Sagremort en Meleagant, Hestor, Mordret en Didoneel, Galehot en Gwinebant, was dit meer uit niet te verstoren vroomheid aan het Verleden, aan de groote Verleden Dagen, toen zij zelden ten avonddisch zich begaven voor zich Aventuur had gemeld en een of twee ridderen ter gloriënde queste zich op maakten.