United States or Belize ? Vote for the TOP Country of the Week !


En Ysabele antwoordde: Mijn ridder, vol van deugden en hoveschhede, ik heb u ook zoo lief sedert het tornooi, toen gij mijn mouwe vast hechttedet aan uw helm en zoo mij Koning Clarioen van Noordhumberland tot zijne koninginne verkoren heeft, zult gij mij zijn wat Lancelot is der koninginne Guenever, zoo als ik gelezen heb in de boeken, die de clerken dichtten en waaruit de minnestreelen zingen en vertellen....

En honderden wezen naar Gawein met de vingers en riepen over het slagveld, zoo wel van de eene als van de andere zijde: Ziet hèm daar! Ziet hèm daar! Ziet hèm daar: Gawein! Geen stoutere en is hier verre noch na! Te midden van zijner baroenen wacht zag de Koning Clarioen van Noordhumberland naar de gruwbare mortorië.

Maar in het kamp van Clarioen, Koning van Noordhumberland, die booze was, dat zijn ridder Lionel van de Schandekar bevrijd, de Kar zelve onttooverd was, en die booze was, dat de Koning Assentijn hem door boodschappers plotseling geweigerd had zijne kleindochter, de schoone Ysabele, tot vrouw en tot koninginne waren de tien Ronde-Tafel-ridderen gezien! Toen ging het er op los.

Dat is nu alles harde wel; wij van Endi hebben gezegevierd en die van Noordhumberland zijn zonder twijfel verslagen. Maar nu wij booze zijn met dien schalk van een Clarioen en die schalk van een Clarioen booze is met ons van Endi... welken Koning, bij hare trouwe, zal Ysabele huwen, mijn wellieve Grootvader en machtige Prins??

Ik Lionel, ik ben de zesde ridder uit Noordhumberland, die onschuldig wordt rond gevoerd op deze schandelijke tooverkar! O verlost mij, verlost mij, heeren! U verlossen... van de Schandekarre! riep Lancelot in hevigste ontsteltenis. Van de Schandekarre... u verlossen! riep radeloos Gwinebant. En de beide ridders wierpen de armen op en riepen tot Sint Michiel.

Zekerlijk, hadde ik dien Clarioen gehuwd, ik hadde Gawein en u, mijn zoete Gwinebant, mede genomen naar Noordhumberland, als mijne twee ridderen... Maar nu ik niet Clarioen huwe, maar Gawein zelven, nu klinkt het toch als een klokke klaar, dat ik u, Gwinebant, als mijn ridder zal nemen. En dat gij mijn amijs zult wezen, zoo als Lancelot is de amijs van koninginne Guenever, die schoone! O Ysabele!

Een Schandekar, vijf ridders van Tafel-Ronde ten zijnent, vijf gevangen in een burcht van feloenen; daarbij nog Merlijn, de toovenaar, op een fenix; Clarioen van Noordhumberland een oude curliaen ende schalck, wien hij zijne kleindochter had beloofd; keffende schoothondjes, die niet waren tot zwijgen te brengen. Het is mij te veel! riep hij. Ik bezwijme!

Dat is de dwerg! zeide hij. Burchtzaten, opent den weg voor mijn schildpad! Hij keert terug tot Noordhumberland! Hij gaat konden Koning Clarioen van zijne Schandekarre! En Merlijn schaterde zóo, dat alle de baroenen ook schaterden. De, door de edelvrouwen heel lang stil en achterbaks gehoudene, schoothondjes ontsnapten, liepen toe op den schildpad, die weg kroop en keften.

Daar is niet tegen te asselgieren, dat ziet zelve de oude Koning, de kwade Koning, de slechte Koning, de Koning Clarioen van Noordhumberland, die er nog een schandekar voor zijn ridders op na hield; de Koning Clarioen van Noordhumberland, die meende, dat iedere ridder stond hem naar zijn leven en kroon; de Koning Clarioen van Noordhumberland, die wenschte een oir te verwekken bij de zoete princesse Endi's, Ysabele, die schoone!

Zij beloofden malkanderen dus, onze ridders, met manwaarhede ende op handslag, te strijden voor Koning Assentijn en voor de princesse Ysabele, hoewel Sagremort even nog riep: Maar wil zij nog koninginne van Noordhumberland worden of wil zij het niet meer: dat is de vrage......