United States or United States Virgin Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


En zij zetten de trompet op een tafel van rooden goud en Merlijn, zeer eerbiedig, als neeg hij voor vorstelijkheid, boog. En beschreef toen een statigen boog met staf. En het was of de trompet even trilde...... En toen sprak, met Koning Arturs stemme: "Hoor mij, Gawein, mijn neve!

En nu bidde ik u, op hoofschheid: zeg mij, zoudt gij niet, nu zich zoo groote Aventure en gevaarlijk dangier mij voor doet, voor uwe vrouwelijkheid minder gevaarlijk kiezen en mijn boodschapper willen zijn naar Camelot, naar mijn Koning Arturs hove, om te melden van Mordret en van Didoneel, wier dood mij zwaar op het harte weegt.

Allen liepen toe met juichen en jubelen om Merlijn te verwellekomen; haastig stapte hij uit; jong was hij nog, nu, tegen den noen en vol jeugdigen zwier groette hij den Koning Assentijn, zeide hem van Koning Arturs liefde maar riep dadelijk daarop: Wellieve heer en en zoete gezellen en valiante wiganten!

Werkelijk, het was Koning Arturs stem, betuigden in hoogste verwondering Assentijn en de ridders van Tafel-Ronde. Er was geen twijfelen aan! Het Wonder sprak met koninklijke stem dringend, bevelend uit de gouden trompet! Gawein bloosde als een knaap. En boog het hoofd. Toen riep hij luide; Morgen, voor dauwe en dage, tijg ik ter queste uit, zoo helpe mij Sint Michiel!

Gij waart sterker dan alle mijne serianten, die gij versloegt en ik zoude u verbazen, denke ik mij, zoo ik u zeide, dat gij geen hoofsch ridder waart, gij, die geloofd wordt als de hoofschte van allen maar, in gemoede, mijn schoonzoon tegen wille en dank en weduwnaar mijner arme dochter, bedenk eens: zijt gij recht heden ten dage voor mij te verschijnen en te vorschen naar een Scaec, dat schijnt binnen gezweefd tusschen mijne barbekanen en dat gij bezitten wilt terwijl het mij voor komt dat wat mijne barbekanen vrij van wille binnen zweeft, het mijne is en niet het uwe en niet des Konings Arturs??

Geerne echter hadde ik ontmoet een ridder, niet al te feloenig en dien ik, om welke reden ook, had moeten bekampen en dan had overwonnen maar niet verslagen, want ik had hem geerne gezonden op eerewoord naar mijn Konings Arturs hove, naar Camelot, opdat hij zoude melden van Didoneel en van Mordret, want hun dood ligt mij zwaar op het harte.

In bosschen waar kluizenaars wonen; aan kasteelen, ingericht met wonderbare pracht, waar tooverbedden staan die iederen gewonde genezen die er op rust; zij geraken in strijd met andere ridders die zij als overwonnelingen naar ARTURS hof zenden, met reuzen, dwergen en toovenaars. Ook ten oorlog rijden zij.

Hij heeft twaalf ridders geplaatst rondom Koning Arturs Tafel-Ronde: dit getal wisselt wel eens in de Middeneeuwsche romans, zelfs met vijftig, maar twaalf ridders zijn genoeg voor schrijver en lezer om uit elkaâr te houden. Verder laat de schrijver zijne ridders en edelvrouwen spreken een taal, die niet modern Nederlandsch is.

Hij is des Konings Arturs ridder van Tafel-Ronde, hij is Gawein; hij is die gone, die tien jaren her dezen mijnen koninklijken burcht belegerde, alleen hij, strijdende tegen vierwerf twintig man aan mijner twaalf poorten elk; hij is die gone, die ze alleen versloeg, zelfs zonder den schilknaap dien ik nu achter hem zie, en door het bloed waadde... weet gij, mijne roze, tot wie?

Want nu gij van de Karre tot aller onzer blijdschap zijt verlost, is het mijn plicht u, na Galehots boodschap van Koning Artur, dat hij booze zoude zijn omdat gij vergeet van het Scaec, zijne eigene koninklijke stemme hooren te doen! Hoe dat, Merlijn!? verbaasde Gawein. Van zoo verre als Camelot ligt van Endi, zoudt gij kunnen mij Koning Arturs stemme doen hooren?