United States or El Salvador ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Het is geen luchtig zaakje, zooals gij ziet," zeide hij glimlachend. "Integendeel, ze is stevig genoeg, om er zijn hand tegen stuk te slaan. Is mevrouw Watson te huis?" "Zij is op bezoek." "Inderdaad. Zijt gij alleen?" "Geheel en al." "Dat maakt het mij gemakkelijker, om u voor te stellen mij een week op het vasteland te vergezellen." "Waar zullen we heen gaan?" "O, hier of daar.

Hij noemde zich Hawi-kolakatho, maar deelde ons eens in vertrouwen mee, dat zijn naam eigenlijk Itatsjitatli was. Wat die Indiaansche namen beteekenen weet ik niet." "Maar ik weet het wel," zei Old Firehand. "De eerste naam behoort tot de Tonkawa-taal, de tweede tot de taal der Azteken, en de beteekenis van beide namen is dezelfde, namelijk: de groote vader. Vertel verder, Mr. Watson!

"Het moge u zeer dwaas toeschijnen," voegde ik er bij, "maar ik weet heusch niet, hoe gij dit zoo weet." Holmes glimlachte vergenoegd. "Ik bezit het voorrecht uw gewoonten te kennen, mijn waarde Watson," zeide hij. "Als gij slechts weinig patiënten hebt, bezoekt gij hen te voet, doch hebt gij er vele, dan rijdt gij in een koetsje.

De man verbleekte en wierp Holmes een nijdigen blik toe. "Als Uwe Genade 't wenscht?" "Ja, ja, ga. Nu, mijnheer Holmes, wat hebt u te zeggen?" Mijn vriend wachtte tot de deur gesloten was achter den secretaris. "Het feit is, Uwe Genade," zei hij, "dat mijn collega dr. Watson en ik de verzekering van dr. Huxtable hadden gekregen, dat een belooning was uitgeloofd in deze zaak.

Iemand draaide de kruk van de deur om en klopte aan de buitenzijde. Holmes keek nog even in 't rond. De brief, die den dood gebracht had voor Milverton, lag op de tafel, geheel in bloed gedrenkt. Holmes wierp hem te midden van de fel brandende papieren. "Dezen kant, Watson," zeide hij, "wij komen langs deze richting spoedig bij den tuinmuur."

Zeg den inspecteur Patterson, dat de papieren, die hij noodig heeft voor de veroordeeling van de bende, in het geheime laadje M zijn en zich bevinden in een enveloppe met het opschrift Moriarty. Ik heb, voor ik Engeland verliet, mijn testament gemaakt en dit mijn broer Mycroft ter hand gesteld. Breng mijn groeten aan mevrouw Watson over en geloof mij, waarde vriend, dat ik steeds ben

»Ha! de andere man?" vroeg Athelney Jones met snerpende stem, maar, zooals ik duidelijk zien kon, niet het minst onder den indruk van de zekerheid in het voorkomen van Holmes. »Is een meer vreemdsoortige persoon," antwoordde Sherlock Holmes, zich op zijn hiel omdraaiende, »ik hoop u binnen kort met beiden in kennis te brengen. Een woord tot u, Watson." Hij geleidde mij naar de trap.

"O ja, mijn waarde Watson, ik ben volkomen tevreden. Dat neemt niet weg, dat de methodes van Stanley Hopkins mij niet bevallen. Ik heb mij in hem bedrogen. Ik koesterde betere verwachtingen van hem. Iemand moet steeds de zaken van twee kanten bekijken en daarop bedacht zijn. Dat is de stelregel bij elk onderzoek." "Van twee zijden? En wat is dan de andere zijde?"

»Als ik het bezit, ben ik het aan u verschuldigd," zeide zij. »Neen, neen," hernam ik, »niet aan mij, maar aan mijn vriend Sherlock Holmes. Met den besten wil ter wereld zoude ik dit raadsel niet hebben kunnen oplossen, dat zelfs zijn genie op een zware proef stelde." »Neem plaats, en wees zoo goed mij alles ervan te vertellen, Dr. Watson," zeide zij.

Tusschen ons gezegd, Watson, het is een soort duel tusschen dezen Milverton en mij. Hij had, zooals je gezien hebt, bij de eerste ontmoeting het voordeel aan zijn zijde, maar mijn zelfrespect en mijn reputatie maken 't noodig, dat ik den strijd tot het einde volhoud." "Nu, ik heb er niets mee op, maar ik veronderstel, dat er geen andere uitweg is," zeide ik. "Wanneer gaan wij?"