United States or Algeria ? Vote for the TOP Country of the Week !


Voorleden vrydag was ik by eene hele vrome Mevrouw ten eeten, met Broeder Benjamin en nog ettelyke vromen, om een goed woord te spreken. Ik beval aan myne meid, onze Bregt, op Saartje te passen. Wat gebeurt er? Ik kom 's avonds met den Broeder welletjes en vriendelykjes thuis, ga naar 't zaaltje, roep; kryg geen antwoord.

Toch zou ik wel 'ns willen weten, dacht-i, waarom die goeie pastoor zoo doof is aan z'n linkeroor? Hierover peinzende viel-i ten-laatste in slaap. 't Was donderdag geweest en vrydag geworden, en Wouter werd, op 't kantoor komende, verrast met de uitnoodiging om den volgenden dag zich te komen verlustigen op Groenenhuize.

Om Femke te spreken moest-i naar de Holsma's. En dit... durfde hy niet. Wat zouden die menschen 't gek vinden! Gáán zoud-i, o zeker! Maar... niet op dien vrydag! 't Kon immers best wachten tot-i eerst 'n paar dagen... "in den handel" geweest was? Dit geeft houding, vond-i, en d

Om lieftehebben, moet men goed zyn, en Wouter was niet goed op dien vrydag! Nu komt de "vinger Gods" die hem straffen zou. Dit goddelyk lichaamsdeel lei 't zonderling aan. De vrydag hield zich alsof-i voorby was. Wouter maakte zich gereed z'n nauwe bedstee te beklimmen in opgeruimder stemming dan hem paste.

In den jaare 1276, op goede Vrydag, beviel de Graavinne van Hennenberg te Loosduinen in het kraambed van 365 kinderen; wordende dezelve van haar oom, Bisschop Otto van Utrecht, in één bekke gedoopt: de knegtjes wierden Joannes, en de meisjes Elizabeth genaamt. Doch zy stierven alle nevens de moeder, en wierden te Loosduinen in 't klooster begraven.

Den volgenden dag reeds zag ik in, hoe wys die raad geweest was, want de nacht had my op het denkbeeld gebracht, dat ik niet beter kon doen dan de beslissing uittestellen tot vrydag. Kortom, na rypelyk alles te hebben overwogen er was veel vóór, maar ook veel tegen zyn we gegaan, saturdag-middag, en maandag-morgen teruggekeerd.

Zelfs overleefde z'n wanhoop de duisternis. Hy stond dien vrydag op, met het vaste voornemen 'n eind te maken aan z'n onwaardig bestaan. Heel gelukkig evenwel werd-i terstond na 't ontbyt aan 'n bezigheid gezet die allergeschiktst is om iemand met het leven te verzoenen.

Zy zou gewis overal en tegen ieder zeggen: "dat is Wouter, die m'n vrindje... was, en dien ik eens 'n zoen gegeven heb omdat-i zich dapper toonde tegen de jongens die steenen wierpen op m'n bleek!" En ik... o God! Neen, God blyft er heelemaal buiten. Ik ben lafhartig. Zóó kan ik niet leven! Hy dacht aan zelfmoord. En in deze stemming bracht-i den nacht van donderdag op vrydag door.

Uit den mond der spreekster niet, o neen 't waren immers juist de woorden die ze by-voorkeur niet uitsprak! maar... hy meende ze toch te hooren, al kwamen ze tot hem van geheel anderen kant. Wel was-i dien vrydag laag en slecht geweest, onridderlyk en infaam, maar... hy bleef nog altyd Wouter! Moordenaars? Dieven?

Ik durf haast niet. Jelui zult zeggen dat ik weer van geografie begin. Foei, papa, aan tafel! Ja, ja, zei de moeder, ik heb al lang gemerkt dat de saturnalie van maandag, woensdag en vrydag 't hevigst is. 't Huis dreunt altyd na de geografie. 'n Vol kwartier is te lang, klaagde Holsma. Oude privilegien, papa! zei Willem. Nu, dit mag waar zyn. Maar toen de zaak aldus werd ingesteld, was je alleen.