United States or Brunei ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Alles goed en wel, beste, maar vergeet niet, dat hij zeven jaar is en 't dus hoog tijd wordt, dat hij leert lezen." "O, lezen kan hij al; ja, ja, dat heb ik hem zelf geleerd. Niet waar, Saartje?" "Gunst ja, mevrouw, eergisteren heeft hij nog de letters opgezegd." "Maar, Rustig, wat heb je toch voor malligheid in je hoofd gehaald?

Ook was men daar gansch niet op zijne tusschenkomst gesteld, en liever dan die in te roepen vlogen een paar kleine juffertjes met gloeiende gezichtjes als gejaagde reeën de gang door om op den stoep door de wachtende dienstmeisjes, die intusschen met de groote jongens hadden geginnegapt ontvangen te worden met eene gemaakte grimmigheid. »Wel Saartje is me dat laten wachten!"

Saartje is van zulk eene brave oude familie, als er maar weinigen in Amsterdam zyn; haar overgrootvader was al een styl van de beurs, en een pylaar van de kerk: en, schoon zy geen geld heeft, dat by Hendriks te pas komt, zy is echter een schone party; en zy is een heel mooi meisje ook; en zy heeft, mag ik zeggen, alles geleert; en zy speelt immers kapitaal?

Daar op nam zy een kopje, deedt het medicament er in, gaf het de Patiente, en wist Brunier te bewegen, om ook eens te proeven, die al grynzende zei, dat het lekker was. "Zo, zei Saartje, een Veinsaart ook nog, en dat onder myne oogen." De beleeftheid deedt my vertrekken; na dat de weduwe my verzekert hadt, dat het haar niet ongevallig zyn zoude, my eens weder te zien.

Hare dorre handen lagen plechtig saamgevouwen op haar borst. Saartje knielde bij haar bed; blozende jeugd bij het beeld des doods. Zij legde haar lief handjen op de hand der overledene, maar schrikte van de koude. Ze had nog nooit een lijk gezien. Toch vermande zij zich weer, en streek met hare zachte vingers langs het gerimpeld voorhoofd. Daarop barstte zij in een hevig jammeren los!

"'k Bin wee van 't bloed", klaagde Rebecca: "om zoo maar te slaan, zoo maar te slaan de vuilike!" Hij had Saartje bij 't handje genomen, keek norsch voor zich uit. Driftig praatten de slijpers, tierend in hoopen, beschreeuwend 't gebeurde van straks. Hes en Klaroen stonden met Juda en Moppes, krijschten hun woede en wraak.

Maar ik zou my zelf wel uitschelden voor al wat lelyk is, om dat ik vrees, dat Saartje ziek is geworden van droefheid, over een verduivelden Brief, dien ik haar geschreven heb. Zy ziet er zo naar uit: de rozenwangetjes zyn geheel weg! Hoor, zy ziet er regt droevig uit, maar wil het nog zo niet weten, dat goede Meisje.

"Lee-die in 't kissie?" "Nou en wat!"... "Met 'n deksel d'r op?", vroeg Saartje. "Wat doch-ie anders?... Kemiek, ?"... "Was dat je broertje Dirrek?" "Dirrek?... Is Dirrek dan dood, stommert?

'k Heb is 'n schoorsteenbrand gesien, die niks was".... "Heit u wel is 'n brand gesien, tante?" riep Saartje. "Ja", knikte de blinde: "... prate jullie over wat

Ter afwisseling, Suzette Noiret, dochter eener weduwe, die op een hofje woonde, en van de Fransche gemeente was. Deze had een allerliefst, beschaafd en net besneden uiterlijk, en wedijverde, in het bruin, met het blonde Saartje, waarnaast zij gezeten was.