United States or Israel ? Vote for the TOP Country of the Week !


Vlak bij Eleazar kwam-ie te staan, 'n lap perrelgrijs hoog in de handklampjes. "Meneer," wees Hes op Eleazar: "meneer heit 'n pak òvernoodig!" "Mènèer is betoeg!" riep Leon: "hij koopt je heele voorraad, koopman!".... "Wat mot-ie koschte?" , vroeg Klaroen, toekijkend met tang en sleutel in de zwarte handen.

De gemoedelijke Graafschapper denkt bepaaldelijk aan het ekonomische voordeel, dat zijn haard met de ruime schouw hem biedt. Het gelag betalen is "het haal schoeren." Men lette voorts op de groote rol, die de huisdieren spelen in het Saksische spreekwoord: Wat hes door? "Niks." Door kans de kat met doodvoeren. Der um hen drêjen as de kat um 'n gleuinigen pap.

Dat volk immers zag in dien man geen Darmsteder of Kasselaar, maar in 't algemeen eenen Duitscher, of hoogstens eenen Hes. Men noemde hem dus naar zynen volksnaam, en niet naar den naam zyner geboortestad. Maar iets anders was het, of iemand uit de eene nederlandsche plaats in de andere ging wonen; als b. v. iemand uit Zwolle en iemand uit Leiden beiden zich te Amsterdam vestigden.

Juda alleen werkte door, het hoofd met de steil-grijze haren gebogen over de schijf die blauw-zachte glanzen van 't cirklend gewentel had. De potjongen, leunend naast Eleazar keek angstig en Laban, de leerling van Hes, wakker geschrikt, stond op de teenen achter den molen.

Ook Moppes en Klaroen en Leon en Hes en ook Rijst van achter de andere bank stommelden langs de krukken, begroetten hem goedig, lawaairig, pratend door elkaar en al gijntjes zeggend vóor-ie twee woorden gesproken had. Maar dan weer achter de schijven, de koppen naar hem toe, schreeuwden ze lachrig met veel belangstelling, vragend naar vrinden en bekenden, die nog in Amerika waren.

De christen-chipsmakers aan de overzij loerden hun schijven langs. "Wèer 'n baas!" , schreeuwde Leon over de hoofden van Moppes en Klaroen. "Geef je me vijf guldes méer in de week en 'n broodje met pekelvleesch?" , lachte Hes, splijtend de dikke lippen. "Zonder pekelvleesch doet-ie 't ook!", lachte Klaroen, 't gele gelaat met de zwarte oogwallen toewendend naar Eleazar.

Een jek van lichtblauw met witte streepjes en inzetstukken aan de elbogen, hing los, gaapte weg op den zwangeren buik, onderdrild door 't kwallend beweeg der borsten. Zij droeg 'n bandeau, en 'n muts van tulle en neepjes bedekte den haarwrong. Hes schreeuwde het luidst en de anderen zeiden hun glossen, lachend, de een overroepend den ander.

"Er komt onweer," zei Juda, omziend naar den hemel die strak was met jagende, indigo-blauwe koppen. "Onzin," zei Moppes. De arbeid ging met minder gepraat. Hes, de brillandeerder, bracht een vierkaraats-steen bij Juda, den baas, die 'm hield bij den kolet en in keuring bedraaide. "Gááf goed," zei hij knikkend. Eleazar keek toe.

Moppes en Hes en Klaroen kwamen van hun krukken, Klaroen met een tang in de handen en ze keken door de stoffige ruiten naar de overzijde der binnenplaats, waar de slijpers verschrikt achter de ramen hokten. "D'r komp wat los", zei Hes, den hemel schattend, die gletschers van indigo-blauw had.

Een ander deel van dien stam trok echter Noordwaarts en kwam op avontuur aan in een plaats, gunstig aan een rivier gelegen. "Hoe zullen wij de stad noemen?" vroeg de eene Hes den anderen Hes. Goede raad was niet goedkoop. Eindelijk vond een der wijsten hunner bij ingeving den knapsten raad. "Dat is te zeggen ...." zoo sprak hij met verstandig beleid, "we hebben dit bij avontuur gevonden.