United States or Jersey ? Vote for the TOP Country of the Week !


Nou, God vergeef het haar, maar ouwe Bregt zal haar loontje wel krygen, gelyk ik hoop! En nouw was myn verzoek, of Juffrouw my weer wou inhuren; en dat Juffrouw met men Heer Willem hadt getrouwt, dat is een Heer! en zo gemeenzaam; wel zie, ik heb buiten u niemand zo lief, als men Heer. Toen ik daar zo by myn Heer zat thee te drinken, dagt ik nog om je Grootvader, Pieter Burgerhart.

"Och neen, zei ze, is 't weg? en ook 't zou my wat zwaar zyn alleen." Nog dogt ik geen kwaat van die Hellewigten. Och, dagt ik, Bregt zal de deur hebben open gelaten, en 't Kistje zal gestolen zyn!

Maandag en Saturdag moet ik Tante, en die Hottentot van een Bregt, na klungelen, om voor de Oeffenings-vrienden alles gereed te zetten. Ik moet thee schenken, presenteeren, zotteklap en lastertaal hooren ... maar genoeg.

Voorleden vrydag was ik by eene hele vrome Mevrouw ten eeten, met Broeder Benjamin en nog ettelyke vromen, om een goed woord te spreken. Ik beval aan myne meid, onze Bregt, op Saartje te passen. Wat gebeurt er? Ik kom 's avonds met den Broeder welletjes en vriendelykjes thuis, ga naar 't zaaltje, roep; kryg geen antwoord.

Dit evenwel nog: alle avonden moet ik in malle Boeken lezen, die wel door verliefden in een Dolhuis gemaakt schynen, doch die noemt myne Tante innige zielsdierbare Schriftjes, kostelyke Pandjes, enz. By ydere zinscheiding zucht Tante, en snurkt Bregt.

Ik moet, chere, u eens een Scene tekenen, die u niet zal uit de hand vallen. Woensdag voormiddag raasde zy als eene bezeetene, om dat ik eenige nieuwe Aria's speelde. Met wordt er gebelt. Bregt, die volmaakt een zog van een Bollebuisjeswyf gelykt, waggelde naar voor; en Tante gaf my een verbruide oorvyg, om dat ik bleef spelen.... "Juffrouw, daar is Sinjeur Benjamin."

Ik ging naar de Keuken, en bakte helder door: maar-ik -at-die-al-bakkende-zelf-op. Dit is de eerste trek, die ik haar speelde, hoe zelden ik myn genoegen kryg. Ik moet hier alles doen; want Bregt is een lomp schepsel, en snuift sterk. Toen ging ik, terwyl Bregt in huis klungelde, de tafel dekken. Bregt eet met ons, want het is Zuster Bregtje, moet je weten, Letje.

Wat doe je toch met haar Clavier; speelt Bregt met haar styve dikke stompen er somtyds eens een deuntje op, als zy dronken is; en dans jy dan met Broêr smulpaap, als er zo een klein verheugingje is? Wat praat gy toch van nog wat te rekenen of te verrekenen: zwyg er maar dood stil van, of ik zal u anders spreken. Weet je wat je krygen zult?

Ik sloeg een gat in de lucht; 't was of ik het te Keulen hoorde donderen, daar onze Koetsier van daan is. Maar die Heer zal wel braaf zyn; anders zou Juffrouw hem niet nemen, wil ik spreken; maar de mensen praten zo raar; en Bregt heeft my zo veel vertelt; maar nou ze eens zo vreeslyk van je gelogen het, geloof ik haar niet meer.

Daar hoorde ik toen van A. tot Z. Tante had getracteert; zy hadden Tante, die niets verdragen kan, de hoogte gegeven; en Bregt als een zwyn zo vol gegoten. Toen het ouwe Fatsoen, die zy te bed bragten, en Bregt, die zy op kussens in de keuken gelegt hadden, sliepen, hadden zy den aap geligt; en daar was, zeit Zanne, wel twee derde van haar Capitaal, en al hare Juwelen in.