United States or Moldova ? Vote for the TOP Country of the Week !


Stt! fluisterde verschrikt Lavinius Gabinius; niet brommen en grijnzen, vriend caupo! en uit angst dronk hij zijn pas ingeschonken Nomentaner in eenen uit. Bedenk, ik, die met de officieele autoriteiten te doen heb, zeg altijd: onze genádige Keizer Domitianus en alles wat "keizerlijk" is, ook de Post, is pr

De Keizer is ziek, zei Decius; het moet hier stil en rustig zijn. Hoort de Keizer uit het paleis wat hier gebeurt?? Wat hièr gebeurt?? Muziek zoû die hooren....? Mag er geen muziek gemaakt worden? Nou, heel zacht...., zei Decius. Fluitspel....? Ja, fluitspel toch wel?? Ja, dat misschien wel. Is die niet aardig, de Keizer? vroeg Cecilius. Stt, zei Decius. Wie vraagt nou zoo iets....

Een eigenaardig geluid, achter een plankenbeschot, treft er mijn oor. 't Is of er daar gevochten wordt, in 't stroo. Ik hoor hijgen. zwoegen, dof bonzen en stampen; en 't is of er de stroohalmen onder een stormwind door elkaar worden geslingerd en gezweept. Wat es da, Zieneken?" vraag ik verbaasd. Stt!" sist ze, met den vinger vóór den mond.

Maar het verschuiven van zijn stoel maakte zóó groot geluid over den tegelvloer van 't doodstil kamertje, dat zij er beiden haast van schrikten, alsof hij iets gedaan had dat niet mocht. Meteen hoorden zij in de gang het traag-naderend schuiven van slepende voeten, begeleid door het gekadanseerd tikken van een stokje. "Stt!... z'es doar," fluisterde Alfons.

Ik blijf liever thuis, verontschuldigde zich Crispina. Moedervreugd! spotte Domitilla. Stt! smeekte Crispina. Maar de vrouwen lachten en de tweelingen hadden gehoord. Zij lieten dat echter niet merken: zaten, hun giechel bedwingend, nu zoet op den rand van het kleine nymfæum. Domitia, Domitilla, Fabulla gingen, in donkere mantels gehuld. Crispina bleef alleen met de jongens.

In onzen vreeslijken tijd, waarin altijd als een donker noodlot hangt boven ieders hoofd, een tijdgenoot te bezitten als Plinius, is bijna een ongelooflijk geluk en een troost. Wie is zoo goed, die tevens zoo rijk is, zoo rustig edel van ziel in deze dagen van krankzinnige overspanning, dat zelfs niet Domitianus durft.... Stt.... edele Verginius! schrikte Quintilianus.

Dat is deze heer, wees Martialis; en de leeraar van de knapste heeren in Rome. Dan moet de edele Quintilianus zelve wel héel knap zijn, waardeerde Cecilius; want ik heb het wel dadelijk gezien, dat gij alle knappe heeren zijt.... Stt! zei Cecilianus op zijn beurt, en legde zijn hand op Cecilius' mond, uit wraak; jij moet niet zoo vrij zijn als die heeren niets vragen. Hoû jij toch je....

Stt!... zachtjes, zachtjes," suste Belzemien. "We moen doar kalm mee de zuster over klappen." Cordúla en Leontientje kwamen terug in de keuken. Wa goa-je gij eten, Leontine? G-hêt zeker wel honger noar die lange reize?" vroeg glimlachend Belzemien. Wel, nonkel, 'k zal ik eten wat dat-e gulder eet," zei Leontientje. Bezorgd keken de broeders naar Cordúla op.