United States or North Korea ? Vote for the TOP Country of the Week !


En Marcella, de jonge vrouw zij gedroeg zich zeer voegzaam, Martialis' vriendin, tusschen deze voorname gasten diende malve, latuwe en prei en menth op.

Ja, troep rood: rood en zwart samen doen mooi. Tryfo ging voort: Door den Troep van Lavinius Gabinius. Goed zoo, meende de dominus, nu "beroemd" was door geschrapt, en las nu zelve: Hymne en Voorspel met Dans, Zang en Fluitspel. Muziek van Atillius Burrhus voor Rechter- en Linkerfluiten. Je copiïsten zijn kunstenaars, Tryfo, meende Martialis.

Hoor....! dacht Martialis. De weeke, wulpsche, weelderige fluitmuziek gièrt omhoog.... Ik hoû van dat krijschen, die schrille steeds hoogere snerpingen.... Quintilianus, Quintilianus, d

Wat zal ik het waardeeren, zoo niets u verhinderen zal onze voorstellingen bij te wonen! Vooral de eerste, waar alles wat Rome voornaam, aanzienlijk, geletterd, geleerd bezit, zal samen stroomen! Ik zal komen, ik zal komen, Lavinius, verzekerde Martialis; en wij zullen allen komen: Plinius, Quintilianus, Tacitus, Frontinus, Suetonius....

We mógen nog niet eten, broêrtje, zelfs al krijgen we wat.... We mogen niet eten, als we nog mimeeren moeten en zingen en dansen.... Neen, maar ik krijg toch wel vreeslijken honger.... .... En, zeide Quintilianus tot Martialis; zeg mij nu toch, beste vriend: wie zijn die blonde knaapjes, die in uw gevolg zijn meê gekomen....?

De jonge komediant zag bleek, vermagerd, in zijn lange, zijden tuniek; dof stonden zijn donkere oogen. Plinius ging Earinus te gemoet. Earinus.... Edele Plinius.... Cecilius is vrij.... Carpoforus heeft het gevraagd en de Keizer heeft hem toe gestaan, wat hij zelfs Martialis niet toe stond.... Cecilius, je gaat met mij meê. Naar Laurentum. En gauw zal je Cecilianus terug zien.

Wij hebben tegenwoordig, zei Quintilianus; geen tonarion meer maar psaltherion en spadix en dan die Lydische fluiten daar, wier klanken verweeken wat er nog mannelijk in ons Romeinen gebleven is.... Achter hen, op de ridderbank, fluisterde Martialis tot Suetonius: Hij is geleerd en braaf, onze Quintilianus. Maar hij heeft een groote fout.... En die is? vroeg Suetonius. Hij is niet modern.

Ik kan niet, snikte Cecilianus; zonder mijn broêrtje! Naar wien je, wenkte hem Martialis tot zich; verlangt bijna als Korydon naar Alexis! Kom kind, zit hier neêr, als de hooge gasten vergunnen.... Dank u, heer, weigerde Cecilianus weenende; ik mag niet met u mede aan zitten....

Martialis sloeg de wijde lacerna den beiden jongens om en glimlachte....

De bewoners van het Schiereiland waren al even weinig geneigd afstand te doen van de beschaafde taal, waarin hunne landgenooten Martialis, Lucanus en Seneca zooveel hadden bijgedragen tot den roem der Romeinsche letteren.