United States or Jamaica ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het zou van zelf wel eindigen, zoodra 't met Tante... ja... Tante... die was eigenlijk de geheele oorzaak van alles! En, trouwens, Belzemien waakte, o, wat dat betrof mocht Cordúla gerust zijn: hij hield Standje in 't oog, hij had hem reeds herhaaldelijk tersluiks op een afstand gevolgd terwijl hij met Leontientje in het veld ging wandelen.

O, 't gien dat er es, nonkel, 'n ei, 'n beetse vleesch of koas mee nen boterham en 'n glas wijn; moar 't es woar: hier in Vloanderen es 't bier in ploatse van wijn, e-woar?" glimlachte Leontientje. Joa joa, zeker, zeker, zeker," zei Belzemien, ontsteld bij de gedachte dat er nooit anders dan in buitengewone omstandigheden bier bij de maaltijden genomen werd.

Tante Zeunia lag op sterven... Belzemien en Standje waren haar in der haast nog eens gaan bezoeken en hadden haar zeer zwak gevonden. Zij had geen adem meer en haar beenen waren dik gezwollen van het water. Alleen de geest bleef tamelijk helder. Tante maakte zich geen illuzies over haar toestand. 't Es uit mee mij," had ze zuchtend-hoofdschuddend gekreund.

Hawel, 'k zal ulder da ne kier goan vertellen," zei Belzemien, met een glimlach der fijne lipjes zijn plaats als hoofd van 't huis in den leunstoel bij den haard innemend. En hij begon een langdradig en ingewikkeld verhaal van hun bezoek aan Tante.

Belzemien en Standje drukten stil-troostend, zonder overtuiging, Tante's slappe, als een rond kussentje glimmend=gezwollen hand en verlieten, door de non-verpleegster tot aan de voordeur vergezeld, het somber en bedompt klein-renteniershuisje, waar Tante, sinds zij haar boerderij verliet, de laatste dertig jaren van haar leven suf-eentonig met een dienstmeid had gesleten.

Belzemien en Standje, enkel met hun gedachten bezig, schreden over het boogbrugje met witte, afzakkende zijmuurtjes, volgden een eindje het kronkelpad langs den oever, duwden een laag, grijs hekje open in een haag en kwamen in den zacht-opglooienden boomgaard van hun boerderijtje.

"Hou hou, Belleken, hou hou, Belleken!" suste Standje bezorgd, onder de ietwat spottende blikken en grappige opmerkingen van een paar toeschouwers; en 't begon hem wel wat te spijten dat hij niet in plaats van de hitsige merrie, den kalmen, grijzen ruin genomen had, zooals Belzemien en Coben hem hadden geraden.

Eensklaps keerde Belzemien zich om, zag hen daar allen staan, schrikte geweldig op, keek even schichtig in het ronde, of er soms nog meerdere kijkers kwamen; en meteen tot bewustzijn en gevaarsbesef terug geroepen, riep hij angstig, kort-dringend en bijna gebiedend: 't Es nou genoeg, Stand! 't Es nou genoeg, Leontine! Toe, komt er nou moar uit. Kerdúle kan doar alle menuten weere zijn!"

Cordúla, vier jaar jonger dan Belzemien, had een beenderig, getaand gezicht met grooten, half openhangenden mond, groote, donkere oogen en twee glad-gestreken vlechten donker haar, dat glom alsof 't met olie overstreken was.

Belzemien, de kleine oolijke oogjes bijna dichtgeknepen, wenkte Coben en Standje in de keuken bij zich, fluisterde op zijn beurt, zenuwachtig opgewonden: Joa moar, en mee 't eten, hoe zal da zijn! Ik 'n vinde da toch nie meugelijk van heur aan ien toafel mee de knecht en 't meissen en de koeier te doen eten." Natuurlijk niet, natuurlijk niet!" jubelde Standje.