United States or Cocos Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


De pluimen op den rug van den bok wuifden sierlijk heen en weer, en de bellen rinkelden zoo mooi, dat het een lust was om te hooren. Eerst reed Jantje natuurlijk naar zijn vriendje Karel van Dril, en die keek zijne oogen uit naar 't mooie spannetje. Hij was er jaloersch op, maar hij gunde het Jantje toch wel.

En zij gingen, tenger en fijn, geheel onbewust, dat men hen "een aardig spannetje" noemde, door het leven, tevreden met hunne eenvoudige, ietwat minime gedachten en illuzies, een weinig oppervlakkig en klein van ziel, verloren in hun egoïsme voor elkander, maar gelukkig, als twee jonge vogels, die elkander in de lente gevonden hebben en niets anders verlangen dan elkaârs liefde, welke hun nestje geheel en al vult.

Half achter juffrouw Jalings breede schouders verborgen, giegelt vrouw Daters: „Hij heit ’m te pakke van middag!” en luid zegt ze: „Ouwe graantjespikker, ga maar naar Walten; die zit zeker al met smart op je te wachte. Ha! ha! ’n mooi spannetje voor ’n bokkewage die twee.”

Het ging al gauw als een loopend vuurtje door het dorp: "Dik Trom gaat trouwen met Anneke, en zijn ouders gaan het huisje bewonen naast den winkel." En alle menschen vonden het erg best. "'t Was net een spannetje, dat bij elkaar hoorde," zei men. "Allebêi zijn ze vroolijk, allebêi jong, allebêi dik," en dat was waar, want Anneke evenaarde in gezetheid haar aanstaanden man. Zij zag er door en door gezond uit, had een paar blozende wangen en keek iedereen altoos vroolijk en opgeruimd aan. En zij vond het w

Waar zaten die menschen toch den geheelen dag; ze vertoonden zich nergens! Enfin, ze waren zeker nog verliefd, je zag dat meer bij die heele jonge paartjes! Maar ze vormden toch een aardig spannetje, beiden zoo tenger en fijn: als men het niet wist, zou men nooit gezegd hebben, dat ze getrouwd waren!

Toen zij aan de velden en weiden in het dal kwam, zag ze een boer, die ploegde. De jonge reuzin keek met vroolijke verbazing naar het kereltje, dat bedrijvig achter het spannetje liep en met den kleinen ploeg den grond omwoelde. Nooit had zij tevoren zoo iets aanschouwd.

Hij bewaakte een goed onderhouden spannetje hengels zoo, want, kijk vóor hem, stil tegen het vlondertje aangelegd, met het dunne einde onder water gedompeld, voorzichtig, omdat hij bang was de visch te zullen verschrikken anders, kwam nog een hengelstok tusschen zijn beenen doorsteken.

De teugels van het spannetje waren in handen van Willem Vlok, die voor 't oogenblik toch niets anders te doen had en er zeer vereerd mee was, dat hij dit ritje in den dienst van Beukman en Kramer doen mocht. "En hoe gaat het thuis, Vlok?" vroeg Beukman, toen ze de kom van het dorp achter zich hadden en in de heerlijke lucht van den helderen zomermorgen bedaard den mullen zandweg langs reden.

Op de Palmmarkt waren er nog meer te krijgen geweest; maar juist toen ik er op afkwam waren zij verkocht. 't Is of ik altijd te laat moet komen. Maar daar bedenk ik iets: het spannetje dat ik heden hier heb, heeft UEd. dat reeds gezien? Dat was juist een kolfje naar uw hand."

Hij glimlachte flauwtjes en antwoordde: "Chacun préfère sa patrie." Tegenover ons waren, terwijl we in de veranda zaten, twee zeer kleine ossen aan het ploegen van een veldje. De ploeger, een statige Montenegrijn, zag er vreemd uit bij zijn miniem spannetje.