United States or Iraq ? Vote for the TOP Country of the Week !


De mieren hielpen weer en met vereende krachten kwam de klomp bij den hollen boom, en viel eindelijk met zoo'n harden slag op de aarde neer, dat het gezang van de vogels een oogenblik verstomde. "Zie zoo," zei Orleman, "nu niet verder. Laten we nu eerst eens beraadslagen naar welken kant we hem nu moeten brengen," en hij ging er boven opzitten om eens uit te rusten en na te denken.

Jammer dat jongens zakdoeken ook niet zoo gemaakt zijn. "Genoeg!" riep Orleman. De houweel werd neergelegd, de zakdoek opgelicht. Nu zochten ze de stukjes bij elkaar en deden die in den zakdoek. De rest rolden ze weer weg en vertrouwden ze weer toe aan de goede zorgen van den hulpvaardigen boom.

Toen eerst sprak Soliman: "Zullen we 't den koning vragen, of 't deze menschen zijn?" "Neen, Zijne Majesteit zou ons toch niet antwoorden. Ik weet zeker, dat we dit arme kind en haren vader helpen moeten en gauw, nog dezen nacht," antwoordde Orleman. "Ja, nog dezen nacht. Maar we kunnen dat kind toch dien klomp goud niet geven.

Ze zal ziek worden van de kou. Ze moet wakker worden, dan zal ik haar naar bed sturen," zei Orleman; meteen nam hij een goudklompje en wierp het juist tegen haar neus. Liesje droomde, dat de Engelen sterretjes uit den hemel naar beneden wierpen en dat zij ze mocht opvangen. Eén viel juist op haar neus. Ze tilde het hoofdje op, wreef zich de oogen uit, nog eens, nog eens. Droomde ze nog?

En Soliman luisterde al met een open mond, zoodat Orleman net zien kon, dat hij geen verstandskies had. "We brengen hem aan den koning." "Ja, aan den koning, die is een wijs man en zal wel weten, wat we er mee moeten beginnen." "Vooruit dan maar laten we hem samen opnemen." Nu zijn aardmannen altijd heel sterk, net zoo sterk als .... als.... je ze maar hebben wil, al zijn ze ook nog zoo klein.

"Ik zal haar wakker maken," en ze lieten zich weer naar beneden glijden en stonden nu naast elkander hand aan hand onder den schoorsteen. Orleman maakte een paar sprongen en riep: Psst! psst! Liesje bewoog zich even, verlegde haar hoofdje, dat op haar armen rustte, maar deed de oogen niet open. Ze was zeker erg koud geworden, want ze huiverde in haar slaap. "Arm schaap.

Het ging wel heel langzaam maar toch ging de klomp vooruit en kwam ten laatste aan voor het paleis van den koning. Orleman bedankte de mieren vriendelijk voor de hulp en ging dadelijk naar het paleis, waar hij vroeg bij den koning te worden toegelaten.

"Sire, door den klomp goud, hebben we een geheel gezin liet verloren geluk weergegeven," zei de Orleman en ze moesten alles haarfijn vertellen. "Zoo is het goed. Aan deze menschen is het goud goed besteed. Ge hebt me uitstekend begrepen en uw plicht gedaan. Gij verdient beloond te worden; ik benoem u beiden tot eerste raadgevers van hare koninklijke Hoogheid."

Hij wilde er om heen loopen, maar bleef staan. "Och, wat is dat dan toch. Het lijkt net goud. Waarom zou ik hem niet meenemen? 't kan toch geen kwaad, al is het een dwaasheid." Hij bukte zich, raapte den steen op en stak hem in den zak, die hij weer op zijn rug hing. Toen ging hij verder. Orleman en Soliman kwamen nu van hun zitplaats. "Zie zoo hij begrijpt het nog niet," zei Soliman.

Juist kwam de maan een oogenblik door de wolken en wierp haar licht door een klein getralied venster in een somber vertrek op 't gezicht van een man, die op een bank lag uitgestrekt. "Slaapt hij?" vroeg Soliman. "Neen," antwoordde Orleman; "hij denkt; luister!" "Waarom!? Waarom? Neen, ik wil niet vragen waarom; ik wil dankbaar wezen.