United States or São Tomé and Príncipe ? Vote for the TOP Country of the Week !


De troep kunstenmakers waar hij aan verbonden was, ging uit elkander nadat de directeur er van op den loop gegaan was. Ned speelde er voor »minstreel«, zooals het in de engelsch sprekende kunstenmakerswereld heet. Dat is een treurig bestaan, al verdient men er ook ten naaste bij den kost mede.

En het zwaard hoog geheven in de rechtervuist; gebeurde dit niet alles zoo snel als het niet is te zeggen of te zingen door vinder of minstreel? Naar Camelot! riep Gawein den baroenen toe, die stegen weêr op en het was een hevig gevecht tusschen de baroenen en hunne schildknapen met de Noordhumberlanders.

En de drie zwervers van het Groote Leger, hoe verheugd zij ook den voet weer in het vaderland gezet hadden, zij kregen eigenlijk pas thans het rechte, heerlijke gevoel van weer thuis te zijn! Taco de Minstreel door P. VISSER. Met 8 platen van J. H. ISINGS Jr. Prijs in prachtband f 1.90.

"Dat zal het zeker," antwoordde een tweede, "Fulco behoeft voor den besten minstreel niet onder te doen. Ik heb hem meer gehoord." "Nu moet je me niet zoo sterk prijzen, dat ik niet eens meer zou durven beginnen," zeide Fulco gestreeld, terwijl hij de snaren spande. Toen stond hij op en begon afwisselend te spelen en te zingen. Soms tokkelde hij zacht op de snaren, terwijl hij zong.

Haar flikkerend, rosachtig licht verspreidde zijn flauw schijnsel door de gewelven. "Ha, daar zie ik de deuren," mompelde de minstreel, met den vinger naar een donkeren hoek wijzende. "Welke zal nu de goede zijn? Maar hoor, wat is dat voor een gedruisch? Doof het licht!" Dat geschiedde op hetzelfde oogenblik, en vol spanning luisterde het zestal of er ook onraad was. Maar neen.

Hadden die strakke oogen vroeger gefonkeld, toen hij zijne dienaren ten strijde opriep, om den moord op Graaf Floris gepleegd, te wreken? Hadden die vermagerde vingers toen zoo krachtig het zwaard omklemd? Neen, heen, hij kon het niet gelooven. "Zijt gij Heer Gijsbrecht van IJselstein?" vroeg de oude minstreel haperend en ongeloovig. "Ja, die ben ik. Maar gij, wie zijt gij?"

De derde ruiter, die zich soms met een grappig gezicht het stof van de lippen blaast, is, zooals we reeds opmerkten, een dienstman. Zijn naam is eenvoudig Fulco, en zijne kameraden noemen hem nog al eens Fulco den Minstreel, welken naam hij te danken heeft aan zijne schoone stem en aan de vele liederen, waarop hij hen op feestdagen dikwijls onthaalt.

Elders weer werd de schare gelokt door het heldere geluid van eene vedel. Daar laat een rondreizende minstreel zijne zangen hooren, en hij heeft eer van zijn werk.

"Leven Van Borselen en zijn trouwe Aloud! Op den ondergang der steden!" Daar nadert een schildknaap Heer Aloud, en meldt hem, dat een minstreel met zijne genooten toegang vraagt. "Een minstreel? Een minstreel?" klinkt het van alle zijden. "Dat hij binnenkome! Laat hij spelen en zingen! Zang hoort bij wijn en wijn hoort bij zang. Leve de muziek!"

Hij strekte eindelijk zijne handen uit, en beval, dat zij allen zouden komen, oud en jong, voornaam en arm, ze zouden allen komen, vrouw en maagd en man en jongeling, ze zouden allen komen, de minstreel, die juist op het kasteel was, en de zwijnenhoeder, ze zouden allen komen, onmiddellijk, zooals zij gekleed waren, midden-uit hun doening.