United States or Vietnam ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ja, ja, u heeft wel gelijk, het aanstaande huwelijksbootje doet al heel wat over 't hoofd zien, niet waar, Emilie? vroeg ze aan jufvrouw Hartse. Mevrouw van Borselen was een beetje van de andere dames af in een fauteuil gaan zitten. Meneer Ster kwam bij haar staan, om een praatje te maken; hij hield zijn gibus op zijn rug en klepte er meê heen en weêr.

Wie zou het durven wagen de hand op te heffen tegen den gunsteling van den machtigen Van Borselen, die in's Graven naam het bewind voerde en die zijne handlangers steeds aanmoedigde, den adel te verheffen ten koste van de burgerij? Wie zou het zwaard durven trekken om hem te treffen? Neen, Aloud zat gerust op zijn kasteel Crayenstein, en hij vierde feest met zijne vrienden.

Het was in het zaaltje, achter, waar ze altijd zaten, als ze menschen kregen, haar vader en zij; het zal zoo wat tien uur zijn geweest. Jans was juist voor de tweede maal met wijn rond geweest. Mevrouw van Borselen had al iets gezongen, Ster en Jozef hadden al wat voorgedragen, toen zij begreep, dat nu de beurt aan háar zoû komen.

Zoo scheen het, alsof dus Jan Van Avennes het pleit om de oppermacht zou winnen, toen hem plotseling de tijding ter oore kwam, dat Graaf Jan geland was, en dat hij ontvangen was door en zijn intrek genomen had bij Heer Wolfert van Borselen. Dat was hem eene streep door de rekening, doch zoo dadelijk gaf hij zich niet gewonnen.

Een zijner eerste daden was, alle schenkingen, die Van Borselen zichzelven of zijne gemalin gedaan had, te vernietigen, en IJselstein terug te geven aan Heer Gijsbrecht, den rechtmatigen eigenaar. Onder een daverend gejuich deed deze, op zijn schimmel gezeten, met de fiere Bertha aan zijne zijde en door zijne dappere dienaren gevolgd, zijn intocht in het bijna geheel herstelde kasteel.

Met eene diepe buiging begroette hij de beide edellieden, doch aan Heer Gijsbrecht gunde hij slechts een enkelen blik, en die blik gloeide van wraakzucht. "Welke gewichtige tijdingen verschaffen ons de eer, u hier te zien, Heer Vianen?" vroeg Van Borselen, brandend van nieuwsgierigheid. "Slechte tijdingen, Heer.

"Het spijt mij, Heer," klonk het besliste antwoord, "maar ik mag geen bezetting in mijn slot nemen, om den Bisschop te bestrijden. Ik kan daartoe mijne toestemming in geen geval geven." "Bedenk, wat gij zegt, Heer!" riep Van Borselen toornig. "Het zou anders wel eens zonder uwe toestemming kunnen geschieden.

Nauwelijks was de vlucht van Van Borselen en de ontvoering van den Graaf ruchtbaar geworden, of ijlings zette men de vluchtelingen na. Te Vlaardingen vernam men, dat zij reeds van wal waren gestoken, om zich naar Zeeland te begeven, doch dat zij door windstilte verhinderd waren, verder te gaan. IJlings begaf men zich in booten en visschersvaartuigen en roeide hen achterna.

De Heer van Borselen heeft den zestienjarigen graaf zoo geheel in zijne macht, dat deze zelfs een stuk heeft onderteekend, waarin hij verklaart, dat hij in alle regeeringsaangelegenheden den raad en het goedvinden van den Heer van Borselen zal opvolgen." "Maar dat is meer dan ergerlijk," riep Heer Gijsbrecht uit, terwijl hij plotseling bleef staan en den Bisschop aanzag.

Maar de ruiters naderden snel. Daar hielden zij stil. "Halt!" klonk het donderend uit den mond van Vianen. "Vooruit, vooruit!" riep IJselstein. Er kwam beweging in de logge aak. Fulco hielp den veerman uit alle macht duwen, maar de vijanden sprongen van de paarden en kwamen op hen af. "Halt, veerman, halt, in naam van den Graaf en den Heer van den Borselen beveel ik u aan te leggen!"