United States or Lebanon ? Vote for the TOP Country of the Week !


Javert voer met ernstige stem en steeds de oogen nedergeslagen voort: "Mijnheer de maire, ik kom u verzoeken, mijn ontslag bij de regeering aan te vragen." De heer Madeleine was ten hoogste verbaasd, en opende den mond om te spreken. Maar Javert kwam hem voor, zeggende: "Ge zult zeggen, dat ik mijn ontslag had kunnen indienen, maar dat is niet genoeg. Zijn ontslag indienen, is eervol.

Ziet! nog dit eene: Rembrandt heeft een standbeeld, en, zoo iemand, hij verdiende het te hebben. Maar is het daarom billijk, dat Vondel en Bilderdijk, dat Blaeu en Quellin, dat Vossius en Van Baerle, dat Surlingh en Van Bree, dat Le Maire en Trip, dat Van Beuningen en Reael, dat De Ruyter en Van Galen de vereering, waar zij aanspraak op hebben, zouden missen?

Met nedergeslagen oogen en op eerbiedigen toon antwoordde zij: "Zij slaapt; maar mijnheer de maire kan binnengaan." Hij maakte eenige aanmerkingen wegens een deur, die niet goed sloot, en welker gerucht de zieke kon wekken; toen trad hij in de kamer van Fantine, naderde het bed en sloeg de gordijnen half open. Zij sliep.

Madeleine was overigens even eenvoudig gebleven als hij den eersten dag was. Hij had grijs haar, een ernstigen blik, de bruine kleur van den arbeider, het denkend gelaat van een wijsgeer. Gewoonlijk droeg hij een hoed met breeden rand en een lange jas van grof laken, die tot aan de kin was dichtgeknoopt. Hij vervulde zijn plichten als maire, maar leefde overigens stil.

Javert lachte luid, een vreeselijke lach, die al zijn tanden liet zien. "Hier is geen mijnheer de maire meer!" Jean Valjean deed geen poging om zich van de hand te bevrijden, die den kraag van zijn jas vasthield. Hij zeide: "Javert...." Javert beet hem toe: "Noem mij mijnheer den inspecteur." "Mijnheer, hernam Jean Valjean, ik wenschte u een paar woorden onder vier oogen te zeggen."

Nu ik met Patagonië en de Falklands-Eilanden heb afgehandeld, zal ik onze eerste aankomst in Vuurland beschrijven. Kort na den middag zeilden wij Kaap San Diëgo om, en voeren de vermaarde Straat van Le Maire in. Wij stevenden dicht langs de Vuurlandsche kust; maar de omtrek van het rotsachtige, ongastvrije Staten-Eiland was tusschen de wolken zichtbaar.

Zoo waren de hooge autoriteiten te Amsterdam dan rusteloos in de weer, om den Keizer bij zijn bezoek aan »de derde hoofdstad" van zijn rijk, een schitterende ontvangst te bereiden en van wege den prefect, den maire of den politie-directeur Duterrage verscheen het eene bevel na het andere.

"Ik vraag dertig francs per dag, de rustdagen medegerekend. Geen cent minder en het onderhoud van het paard ten koste van mijnheer den maire." Mijnheer Madeleine nam drie gouden Napoleons uit zijn beurs en legde ze op de tafel. "Ziehier twee dagen vooruit." "Ten vierde: Voor zulk een rit zou een cabriolet te zwaar zijn en het paard te veel vermoeien.

O, waart ge degene geweest, dien ik vermoedde; voorwaar, ik zou niet goed voor u geweest zijn! gij zoudt het ondervonden hebben. Mijnheer de maire, ik moet jegens mijzelven handelen, evenals ik jegens anderen zou handelen. Wanneer ik boosdoeners en deugnieten bedwong en strafte, zeide ik vaak bij mijzelven: "zoo gij zelf struikelt, zoo ik u ooit op een misstap betrap, houdt u dan stil."

De deurwaarder nam het papier, sloeg er een blik op en gehoorzaamde. Zonder dat hij 't zelf wist, genoot de maire van M. sur M. een zekere vermaardheid. Sedert zeven jaren, dat het gerucht zijner deugden geheel het Boulonneesche vervulde, had zich dat gerucht eindelijk ook buiten de grenzen van het kleine gewest verspreid en zich over twee of drie aangrenzende departementen verbreid.